RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 mei 2013 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
Finest Food Corner e.a., te Volendam, verzoekers
hierna te noemen: de ondernemers
(gemachtigde:mr. M.B.J. Tol),
de burgemeester van Edam-Volendam, verweerder
hierna te noemen: de burgemeester
(gemachtigde: mr. J.C. Ellerman).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
stichting Volendam Dijkloop, te Edam-Volendam
hierna te noemen: de stichting
(gemachtigde: M. Snoep).
Bij besluit van 7 maart 2013 (het primaire besluit) heeft de burgemeester aan de stichting een vergunning verleend voor het organiseren van een evenement.
De ondernemers hebben tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 april 2013. De ondernemers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, vergezeld door [namen]. De burgemeester heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld door [namen]. De stichting heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, vergezeld door [naam].
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. De stichting heeft op 10 september 2012 een aanvraag voor een vergunning gedaan voor het organiseren van een evenement onder de naam Volendam Dijkloop (hierna: de Dijkloop), waarbij onder meer hardloopwedstrijden van verschillende afstanden worden gehouden (1 km, 5 km, 10 km en 21 km). De burgemeester heeft medio januari 2013 in twee huis-aan-huisbladen gepubliceerd voornemens te zijn aan de stichting een vergunning voor de Dijkloop te verlenen, de stukken ter inzage gelegd en belanghebbenden in de gelegenheid gesteld zienswijzen in te dienen. De ondernemers hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Zij zijn gevestigd in het toeristische havengebied aan de dijk te Volendam. De route van de halve marathon (21 km) gaat over de dijk. De ondernemers hebben daartegen bezwaren geuit. De burgemeester heeft de ondernemers met de stichting in contact gebracht, zodat zij konden bekijken of ze samen tot een oplossing konden komen. Dat heeft geleid tot een aantal wijzigingen:
- de route van de wedstrijden van 1, 5 en 10 km zal niet over de dijk gaan;
- het tijdstip dat de dijk is afgesloten is verkort tot minder dan 2 uur (van 14:45 uur tot 16:30 uur);
- de dranghekken worden zo dicht mogelijk aan de Havenkant geplaatst;
- er komen diverse oversteekhavens met verkeersregelaars;
- er worden bussluizen op de Julianaweg gerealiseerd zodat touringcars naar het parkeerterrein Parallelweg kunnen.
3. De burgemeester heeft op 7 maart 2013 op grond van artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 (APV) een evenementenvergunning verleend aan de stichting voor het op 12 mei 2013 organiseren van de Dijkloop (tussen 10:00 en 17:00 uur) en het organiseren van een muzikaal programma (tussen 13:00 en 20:30 uur) op het AMVO-terrein te Volendam. De burgemeester heeft aan de vergunning voorschriften verbonden, onder meer het voorschrift dat de stichting ervoor dient te zorgen dat de toegankelijkheid van de winkels gewaarborgd blijft. De burgemeester heeft de ondernemers hierover per brief van 7 maart 2013 geïnformeerd.
4. In artikel 2:25, eerste lid, van de APV is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Ingevolge artikel 2:24, tweede lid, onder d., van de APV wordt onder een evenement mede verstaan een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan een openbare plaats.
In artikel 1:8 van de APV is bepaald dat de vergunning door het bevoegde gezag of het bevoegde bestuursorgaan kan worden geweigerd in het belang van (a) de openbare orde, (b) de openbare veiligheid, (c) de volksgezondheid en (d) de bescherming van het milieu.
5. De ondernemers voeren aan dat hun belangen niet zijn meegewogen bij het bestreden besluit. Er heeft geen overleg plaatsgevonden tussen de ondernemers en de burgemeester. Een wedstrijd over de dijk op een zondagmiddag in het hoogseizoen bezorgt de ondernemers aan de Haven ernstige schade. De winkels en horecabedrijven tussen restaurant Cathrien en de winkel Noordeinde 6 (het smalle deel van de Haven) zullen door het plaatsen van dranghekken en het afsluiten van de dijk niet toegankelijk zijn, met winstderving als gevolg. De parkeerplaats van Hotel Spaander zal tijdens de halve marathon volledig onbereikbaar zijn. Er zullen ook dranghekken worden geplaatst op het stuk Noord en niet alleen aan de Havenkant. Daarover is in de vergunning echter niets vermeld. Verder is er geen rekening mee gehouden dat het plaatsen en weghalen van dranghekken tijd kost en voor veel overlast zorgt. De ondernemers hebben de stichting verschillende alternatieven voorgelegd voor het parcours en tijdstip van de wedstrijd, maar daar is de stichting slechts gedeeltelijk aan tegemoet gekomen. Behalve voor de halve marathon is voor de overige afstanden een alternatieve route gevonden. Het grootste deel van deze halve marathon loopt langs het IJsselmeer. De ondernemers zijn van mening dat het te behartigen belang en het te behalen doel van de wedstrijd ook kan worden gerealiseerd als het laatste stuk van het parcours van de halve marathon niet over de dijk gaat.
6. De burgemeester heeft in de brief van 7 maart 2013 aan de ondernemers geschreven dat de stichting uitdrukkelijk heeft verzocht om de route van de halve marathon over de dijk te laten lopen, om de naam van het evenement eer te blijven aandoen. De toegankelijkheid van de winkels wordt gewaarborgd door de dranghekken zoveel mogelijk naar de Havenkant te plaatsen en door diverse oversteekplaatsen met verkeersregelaars te realiseren.
7. De rechtbank stelt voorop dat weigering van een vergunning of ontheffing slechts mogelijk is op een van de in artikel 1:8 van de APV genoemde gronden. Weigering van een vergunning of ontheffing op grond van een ander algemeen belang is, gelet op de tekst van artikel 1:8 van de APV, niet mogelijk. Daarbij komt dat artikel 2.25 van de APV, waarin het vereiste van een vergunning voor een evenement is geregeld, is opgenomen in het hoofdstuk ‘openbare orde’ van de APV. Ook dat duidt er op dat andere belangen dan het belang van de openbare orde in ruime zin zoals dat in artikel 1:8 van de APV is aangeduid, geen zelfstandige grond voor weigering van een vergunning voor een evenement kunnen opleveren.
8. De wens van de ondernemers om de financiële belangen van hun ondernemingen te beschermen valt niet te herleiden tot de bescherming van de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid of het milieu en kan op zichzelf genomen voor de burgemeester geen grond opleveren om de vergunning te weigeren. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de Dijkloop zal leiden tot verstoringen van de openbare orde of de openbare veiligheid. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de stichting in het Draaiboek en het Beveiligingsplan uitvoerig heeft beschreven op welke wijze de verkeersafwikkeling zal plaatsvinden en welke maatregelen worden genomen om overlast te voorkomen. Verder is van belang dat bij de voorbereiding van het besluit de burgemeester advies heeft ingewonnen bij de politie, de brandweer en de Gemeenschappelijke Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen. Deze adviezen leveren geen aanknopingspunten op voor het oordeel dat het parcours van de halve marathon over de dijk zal leiden tot problemen op het gebied van de openbare orde of openbare veiligheid. Daarnaast zijn aan de vergunning de nodige voorschriften verbonden om te zorgen voor een goed verloop van het evenement. Ter zitting is gebleken dat er in het smalle deel van de Haven vijf oversteekplaatsen kunnen worden gerealiseerd en dat in deze straat een doorgang van 2 meter voor de deelnemers aan de Dijkloop wordt vrijgehouden. De burgemeester heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat er aldus ook op dit deel van het parcours voldoende ruimte overblijft voor het publiek en dat de toegankelijkheid van de winkels is gewaarborgd. Dat de aanwezigheid van dranghekken op de dijk tijdens de wedstrijd en het plaatsen en verwijderen van dranghekken voor en na de wedstrijd volgens de ondernemers voor overlast zorgt, is - hoe vervelend dat ook is voor de ondernemers - onvoldoende om te kunnen spreken van verstoring van de openbare orde of de openbare veiligheid. Hetzelfde geldt voor het feit dat de parkeerplaats van Hotel Spaander enige tijd niet bereikbaar is voor verkeer. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de burgemeester zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de gevraagde vergunning op grond van het bepaalde in artikel 1:8 van de APV niet kon worden geweigerd.
9. Aan de vraag of de burgemeester de financiële belangen van de ondernemers op zorgvuldige wijze heeft afgewogen komt de rechtbank niet toe, nu een wettelijke grondslag voor weigering van de aangevraagde vergunning ontbreekt.
10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J.A.M. van Brussel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. drs. I. Helmich, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2013.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.