ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8791

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201355 HA/RK 13-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de rechter na einduitspraak in een civiele zaak

In deze zaak heeft verzoeker op 17 maart 2013 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. M.T. Hoogland, de rechter die op 14 maart 2013 een einduitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [A]. De wraking is aangevraagd na de zitting waarin de rechter de verzoeken van de Stichting Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, Zaanstreek-Waterland heeft behandeld. Verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, omdat hij apart van de moeder en Bureau Jeugdzorg was gehoord, wat volgens hem leidde tot het onthouden van cruciale informatie. Daarnaast voerde hij aan dat hij tijdens de zitting meermaals door de rechter was afgekapt, waardoor hij niet in staat was zijn standpunt volledig te verwoorden.

De wrakingskamer heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van een rechter na het wijzen van een einduitspraak. Aangezien het wrakingsverzoek is ingediend na de uitspraak van de rechter, is het verzoek te laat gedaan. De wrakingskamer heeft daarom besloten dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn verzoek, zonder dat er een inhoudelijke behandeling van het wrakingsverzoek plaatsvond. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 april 2013 door de wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is vastgelegd door de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Locatie Haarlem
Wrakingskamer
zaaknummer: 201355 HA/RK 13-17
datum beslissing: 15 april 2013
Op verzoek van:
[verzoeker], verzoeker.
1. Procesverloop
1.1 Bij schriftelijk verzoek van 17 maart 2013, ter griffie van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, Familie- en Jeugd op 19 maart 2013 ontvangen, heeft verzoeker de wraking verzocht van mr. M.T. Hoogland, hierna te noemen: de rechter, in de bij deze rechtbank, afdeling Privaatrecht, sectie Familie en Jeugd, aanhangige zaak met zaak-/rekestnummer 200331/JU RK 13/197 (verlenging ondertoezichtstelling van [A]), hierna te noemen: de hoofdzaak.
1.2 De verzoeker heeft zijn verzoek schriftelijk onderbouwd.
1.3 De rechter heeft schriftelijk op het verzoek gereageerd.
2. Beoordeling
2.1 Een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2 In de hoofdzaak is ter zitting van 14 maart 2013 behandeld het verzoek van de Stichting Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, Zaanstreek-Waterland, gevestigd te Zaandam, strekkende tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [A], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [naam gemeente]. Na beëindiging van de zitting heeft de rechter onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan, welke beslissing vervolgens schriftelijk is vastgelegd in de beschikking van deze rechtbank van 14 maart 2013.
2.3 Verzoeker heeft in zijn wrakingsverzoek aangevoerd dat de rechter ter zitting van 14 maart 2013 heeft blijkt gegeven van de schijn van partijdigheid, door hem op die zitting apart van de moeder en Bureau Jeugdzorg te horen, waardoor hem informatie is onthouden. Tevens heeft verzoeker aangevoerd dat hij ter zitting meer malen door de rechter is afgekapt en dat hij daardoor niet heeft kunnen zeggen wat hij wilde zeggen.
2.4 Na de zitting heeft de rechter een schriftelijke reactie gegeven op het wrakingsverzoek. De rechter heeft hierbij haar lezing gegeven over de gang van zaken tijdens de zitting van 14 maart 2013 en zij heeft zich uitgelaten over de ontvankelijkheid..
2.5 De wrakingskamer overweegt dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van de zaak is geëindigd door het wijzen van een einduitspraak, wraking te verzoeken van de rechter die deze uitspraak heeft gedaan. Nu het wrakingsverzoek op 17 maart 2013 schriftelijk is ingediend, nadat de rechter aansluitend op de behandeling ter zitting op 14 maart 2013 reeds uitspraak heeft gedaan, is het wrakingsverzoek te laat gedaan en zal verzoeker, zonder nadere behandeling ter zitting niet ontvankelijk verklaard worden in zijn verzoek. De wrakingskamer zal in die zin beslissen. Gelet op het voorgaande komt de wrakingskamer aan een inhoudelijke behandeling van het wrakingsverzoek niet toe.
3. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.J. van Andel, voorzitter, en mrs. M. Flipse en
W. Aardenburg, leden van de wrakingskamer, en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2013 in tegenwoordigheid van M. Struijk als griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.