ECLI:NL:RBNHO:2013:9419

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 april 2013
Publicatiedatum
14 oktober 2013
Zaaknummer
AWB 13/2092
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voorlopige voorziening voor leerling wiskunde-examen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 april 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek werd ingediend door het Leo Kannercollege te Leiden, dat opkwam voor de belangen van een leerling, hierna aangeduid als [verzoeker]. De leerling had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het College voor examens, dat het verzoek om examen af te leggen in zowel wiskunde A als wiskunde B had afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat op basis van artikel 26b van het Inrichtingsbesluit WVO slechts één wiskundevariant in het examenpakket van de leerling is toegestaan. Echter, de voorzieningenrechter concludeerde dat dit niet in de weg staat aan de mogelijkheid voor de leerling om dit jaar ook een afzonderlijk deelstaatsexamen in wiskunde A af te leggen, naast het staatsexamen in wiskunde B. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen, waarbij werd bepaald dat de leerling in staat moet worden gesteld om deel te nemen aan het afzonderlijke examen wiskunde A in het tweede tijdvak. Tevens werd bepaald dat het College voor examens het door de verzoekers betaalde griffierecht van € 160,- moet vergoeden. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 13/2092
uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 april 2013 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], te [woonplaats],

Leo Kannercollege,te Leiden,
verzoekers,
en

het College voor examens, verweerder

(gemachtigde: mr. K.F. Hofstee).

Procesverloop

Bij besluit van 27 maart 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van het Leo Kannercollege om verzoeker examen af te laten leggen voor zowel wiskunde A als wiskunde B afgewezen.
Verzoekers hebben tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 april 2013. Verzoeker [verzoeker] is verschenen. Namens het Leo Kannercollege zijn verschenen R. van het Maalpad, locatiedirecteur, en W. Lok. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.
Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2.
[verzoeker] (hierna: [verzoeker]) is leerling van het Leo Kannercollege (hierna: de school) te Leiden. Hij volgt het profiel Economie en Maatschappij binnen het atheneumonderwijs. De school heeft [verzoeker] aangemeld voor het staatsexamen in de examenvakken en -onderdelen management en organisatie, algemene natuurwetenschappen, Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur, biologie, geschiedenis, economie, wiskunde A, wiskunde B, maatschappijwetenschappen en profielwerkstuk. De aanmelding is op 15 november 2012 bevestigd. Op 20 februari 2013 heeft verweerder de school bericht dat [verzoeker] gelet op het Inrichtingsbesluit WVO niet meer dan één wiskundevariant in zijn examenpakket mag hebben. Na een emailwisseling heeft de school op 20 maart 2013 verzocht om [verzoeker] eindexamen te laten afleggen in wiskunde A en wiskunde B. Dit verzoek is met het bestreden besluit afgewezen.
3.
Ingevolge artikel 26b, zevende lid, van het ten dezen van belang zijnde Inrichtingsbesluit WVO kan - voor zover hier relevant - het vrije deel van elk profiel in het atheneum omvatten de vakken, genoemd in het eerste tot en met het zesde lid, voor zover nog niet gekozen, met dien verstande dat van de vakken wiskunde A, wiskunde B en wiskunde C er slechts één deel kan uitmaken van het profiel.
4.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat het examenpakket van de leerling op grond van artikel 26b voormeld niet meer dan één vak uit het rijtje wiskunde A, B en C mag bevatten. Als er bij een aanmelding (toch) twee van de vakken wiskunde A, B en C worden doorgegeven moet een keuze worden gemaakt, anders is het vakkenpakket ongeldig, aldus verweerder. Een afzonderlijk examen in één van deze wiskundevakken naast het examen in het atheneumpakket met een ander wiskundevak uit deze groep acht verweerder niet mogelijk in de onderhavige examencyclus. Wel kan [verzoeker] volgend jaar een staatsexamen afleggen in dat wiskundevak, dat dit jaar geen onderdeel vormt van het door hem afgelegde examen.
5.
In de visie van verzoekers voldoet het examenpakket aan de eisen van het meergenoemde artikel 26b, nu daarvan in ieder geval alle daarin voorgeschreven vakken deel uitmaken. Zij menen dat dit artikel er niet aan in de weg staat om examen af te leggen in een extra examenvak.
6.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit artikel 26b voormeld niet meer of anders kan worden afgeleid dan dat binnen het door [verzoeker] gekozen profiel slechts staatsexamen kan worden gedaan in óf wiskunde A óf wiskunde B. Dit artikel staat er evenwel niet aan in de weg dat [verzoeker] dit jaar ook nog een afzonderlijk deelstaatsexamen doet in het wiskundevak dat geen deel uitmaakt van het atheneumexamenpakket. Nu [verzoeker] heeft aangegeven te opteren voor het afleggen van het examen voor wiskunde B binnen dat pakket, betekent dit dat [verzoeker] in de onderhavige examencyclus moet kunnen deelnemen aan een afzonderlijk examen voor het vak wiskunde A.
7.
Gelet op het vorenstaande en gelet op het belang van [verzoeker] om ook nog dit jaar in wiskunde A examen te kunnen doen zal de voorzieningenrechter het verzoek toewijzen in dier voege dat verweerder [verzoeker] in staat zal stellen om deel te nemen aan een afzonderlijk deelstaatsexamen wiskunde A, naast het staatsexamen in het gekozen atheneumvakkenpakket met wiskunde B. Partijen hebben afgesproken dat als een zodanige voorlopige voorziening zou worden getroffen [verzoeker] dit afzonderlijke examen zal afleggen in het zogeheten tweede tijdvak.
8.
Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat verweerder aan verzoekers het door hen betaalde griffierecht vergoedt.
9.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding, nu niet is gebleken van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe in dier voege dat verweerder verzoeker in staat zal stellen om deel te nemen aan een afzonderlijk deelstaatsexamen wiskunde A, naast het staatsexamen in het gekozen atheneumvakkenpakket met wiskunde B;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 160,- aan verzoekers te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Ludwig, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R.I. ten Cate, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 april 2013.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.