In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 juli 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het project 'Verlegde Ringvaartweg'. Eiseres, Delta Onroerend Goed B.V., heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk, dat aan een derde partij een omgevingsvergunning heeft verleend voor de aanpassing van de verkeerskundige inrichting nabij de Beverwijkse Bazaar. Eiseres betwist de noodzaak van deze aanpassing en stelt dat de nieuwe inrichting de bereikbaarheid van haar bedrijventerrein schaadt. Ze heeft ook een alternatief inrichtingsplan gepresenteerd, dat volgens haar niet voldoende is meegewogen door verweerder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de noodzaak van de nieuwe verkeerskundige inrichting voldoende heeft onderbouwd, onder andere door te wijzen op nieuwe ontwikkelingen in de omgeving en de verkeersafwikkeling in het weekend. De rechtbank oordeelt dat het onderzoek naar het alternatief van eiseres adequaat is uitgevoerd en dat de uitkomst aantoont dat het alternatief minder gunstig is voor de verkeersveiligheid en doorstroming. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de publicatie van het ontwerp-besluit correct is uitgevoerd en dat er geen evidente privaatrechtelijke belemmeringen zijn voor de verlening van de vergunning.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat het ontbreken van advies van de gedeputeerde staten van Noord-Holland geen gebrek oplevert in het besluit, en dat verweerder voldoende onderzoek heeft gedaan in het kader van de Wet geluidhinder. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarmee de verlening van de omgevingsvergunning door verweerder is bevestigd.