ECLI:NL:RBNHO:2013:9086
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van de invoer van cocaïne via Schiphol
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 september 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van ongeveer 6545,8 gram cocaïne op 10 december 2012 te Schiphol. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.N. Slijters, en de officier van justitie, mr. L.B. Haneveld, heeft gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachten, die beiden cocaïne in hun koffers hadden, als bewijs gebruikt. De medeverdachten hebben verklaard dat zij de opdracht van de verdachte hadden gekregen om de koffers met cocaïne naar Nederland te brengen. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachten als consistent en ondersteunend beschouwd, en heeft geoordeeld dat de verdachte opzettelijk heeft samengewerkt met hen om de verdovende middelen in Nederland te brengen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van de invoer van cocaïne en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en de rol van de verdachte als organisator van de drugssmokkel.