Op 1 augustus 2013 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen twee eiseressen en het college van burgemeester en wethouders van Opmeer, met zaaknummer AWB 13/382. De zaak betreft een omgevingsvergunning die was verleend voor de sloop van vier woningen en de bouw van elf seniorenappartementen, inclusief bergingen, een gemeenschappelijke ruimte, een vijver en een terras, alsook de aanleg van elf parkeerplaatsen te Hoogwoud. De rechtbank heeft het beroep van de omwonenden gegrond verklaard en de omgevingsvergunning vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de verweerder de appartementen ten onrechte had aangemerkt als aanleunwoningen of serviceflats, wat invloed had op de berekening van het aantal benodigde parkeerplaatsen. De rechtbank stelde vast dat de appartementen als zelfstandige woningen moeten worden beschouwd, waarvoor een andere parkeernorm geldt. De rechtbank heeft de rechtsgevolgen van de vernietigde omgevingsvergunning in stand gelaten, omdat de overige beroepsgronden van de omwonenden werden verworpen. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte toepassing van de parkeernormen en de noodzaak voor een goede ruimtelijke onderbouwing bij het verlenen van omgevingsvergunningen. De rechtbank heeft ook de proceskosten en het griffierecht aan de eiseressen toegewezen.