ECLI:NL:RBNHO:2013:6153
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.J. Bellaart
- M.J. Kronenberg
- H.P. van der Lelie
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne op luchthaven Schiphol met bewezenverklaring en strafoplegging
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 juni 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 14 maart 2013 op Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte, geboren in Suriname en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zwaag, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van ongeveer 1679,80 gram cocaïne in Nederland. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de invoer van de verdovende middelen onderzocht, waarbij de verdachte een plastic tas met daarin de cocaïne had meegenomen zonder de inhoud te controleren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat hij cocaïne het land binnenbracht, wat leidde tot de conclusie dat hij voorwaardelijk opzet had.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. W.J. Veldhuis, gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De ingevoerde hoeveelheid cocaïne was van dien aard dat deze bestemd moest zijn voor verdere verspreiding en handel, wat de rechtbank als zeer ernstig beschouwde. De rechtbank heeft geen redenen gezien om af te wijken van de eis van de officier van justitie en de LOVS-richtlijnen. Het vonnis is gewezen door een meervoudige kamer, en de uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. S.J. de Vries.