ECLI:NL:RBNHO:2013:5120

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juni 2013
Publicatiedatum
23 juni 2013
Zaaknummer
AWB-12_2883
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Douane-indeling van chemische producten en de beoordeling van diagnose-reageermiddelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane over de indeling van goederen in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). Eiseres, [X] B.V., had op 4 december 2011 aangifte gedaan voor de invoer van chemische producten, die door de douane waren ingedeeld onder post 3824. Eiseres betwistte deze indeling en stelde dat de goederen onder post 3822, als reageermiddelen voor diagnose, moesten worden ingedeeld. De rechtbank heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Eiseres voerde aan dat de goederen een signaalfunctie hebben door kleurverandering en dat ze vergelijkbaar zijn met andere diagnose-reageermiddelen. Verweerder, de inspecteur, stelde dat de goederen geen diagnosefunctie hebben en dat de indeling onder post 3824 correct was. De rechtbank oordeelde dat de goederen wel degelijk als reageermiddelen voor diagnose kunnen worden aangemerkt, omdat ze worden gebruikt in de medische en farmaceutische industrie om temperatuurveranderingen te signaleren. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde de uitnodiging tot betaling en de uitspraak op bezwaar, en veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste indeling van goederen in de douaneregelgeving en de interpretatie van de termen 'diagnose' en 'reageermiddelen'.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 12/2883
Uitspraakdatum: 17 juni 2013
Uitspraak in het geding tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,
gemachtigde: mr. R. Andringa,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Nijmegen, verweerder.
12/2883
1.
Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiseres op 4 december 2011 een uitnodiging tot betaling (utb) opgelegd (utb-nummer [NUMMER]) tot betaling van een bedrag van € 3.058,90 aan rechten bij invoer.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 mei 2012 de utb gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 april 2013.
Gemachtigde van eiseres is daar verschenen, bijgestaan door [A]. Namens verweerder zijn verschenen mr. B.C. Brouwer en mr. dr. M.J.W. van Casteren.
Het onderzoek ter zitting is geschorst. Partijen hebben de rechtbank nadere stukken toegezonden, waarvan telkens een afschrift aan de wederpartij is gezonden. Partijen hebben de rechtbank toestemming verleend om uitspraak te doen zonder een nader onderzoek ter zitting. De rechtbank heeft daarop het onderzoek gesloten.

2.Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.
Op 4 december 2011 heeft eiseres aangifte ten invoer gedaan van goederen met de goederencode 3824 90 97 van de gecombineerde nomenclatuur (GN). De goederen zijn in de aangifte omschreven als chemische producten en preparaten van chemische of aanverwante industrieën inclusief mengsels van natuurlijke producten. Op de bij de aangifte behorende factuur zijn de goederen omschreven als “WARM MARK Duo 10C and 34C” en “WarmMark Duo - Euro”.
2.2.
Tot de stukken van het geding behoort de uitslag van het monsteronderzoek van het douanelaboratorium van 26 juni 2008. Het onderzochte product is een temperatuurindicator (WarmMark). Dit product is identiek aan de onder 2.1 genoemde goederen en werd eveneens door eiseres ingevoerd. De uitslag van het monsteronderzoek vermeldt het volgende:
“Bij onderzoek bevonden:
Strips, bevattende een kleurloos mengsel van chemicaliën in vaste vorm, voorzien van een plakstrip en beschermfolie. Na verwijderen van de folie wordt de strip verticaal op een artikel geplakt. Als het betreffende artikel wordt blootgesteld aan een bepaalde temperatuur of hoger, smelt de stof en kleurt rood. Na verloop van enkele uren zakt de vloeistof uit, waardoor achtereenvolgens drie kijkvensters rood kleuren. Hieruit kan een indicatie verkregen worden hoe lang het artikel aan een te hoge temperatuur is blootgesteld.
Beschouwing ten aanzien van de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur:
HDe strip is geen thermometer, bedoeld in post 9025, en evenmin een elektrisch signaaltoestel, bedoeld in post 8531. De strips hebben qua gebruik een zekere verwantschap met de segerkegels, silicagel, gekleurd met kobaltzouten en de artikelen waarbij het lichteffect wordt teweeggebracht door het verschijnsel van luminescentie. In deze voorbeelden is er eveneens sprake van chemicaliën in een buisje die onder bepaalde omstandigheden met elkaar reageren. Vanwege de overeenkomsten met de bovengenoemde artikelen, omschreven in de GS-toelichting op post 3824, punten B 25, 27 resp. 34, wordt geadviseerd de strips in te delen in de onderstaande goederencode.
Advies goederencode: 3824.9097.”

3.Geschil en standpunten van partijen

3.1.
In geschil is de indeling in de GN van de onder 2.1 genoemde goederen.
3.2.
Eiseres meent dat de goederen moeten worden ingedeeld onder post 3822 als een bereid reageermiddel voor diagnose op een drager. Het wezenlijke kenmerk van de goederen ligt in de aanwezigheid van chemicaliën, die onder omstandigheden met elkaar reageren om een bepaalde toestand aan te geven. Daarmee is sprake van een reageermiddel (in dit geval op een drager) voor diagnose. De goederen geven een signaal door de kleurverandering en dat is voor het stellen van de diagnose of de temperatuur te hoog is geweest en voor welke duur. Eiseres beroept zich op een Amerikaanse Tariff Ruling, waarbij ColdMark- en WarmMark-indicatoren worden ingedeeld onder post 3822. Eiseres meent dat de WarmMark-indicatoren een grote gelijkenis vertonen met PH-teststrips, die worden gebruikt om het zuurgehalte in een aquarium of zwembad te controleren. Dergelijke strips geven ook een signaal door een kleur aan te nemen, waarmee dan een diagnose kan worden gesteld. Eiseres wijst daarbij op een door de Franse douaneautoriteiten afgegeven bindende tariefinlichting (bti) voor een kit voor de vaststelling van de PH-waarde in het water van aquariums en een door de Duitse douaneautoriteiten afgegeven bti voor teststroken voor de vaststelling van het vrije chloor/broom, de PH-waarde en het alkalisch gehalte van zwembadwater en whirlpools. Daarnaast wijst eiseres op de indeling van een identiek product (factuur en productfoto in de gedingstukken), waarmee zij bedoelt een product uit dezelfde fabriek met dezelfde ingrediënten/bestanddelen en met dezelfde werking als de WarmMark-indicatoren. Enkel in de vormgeving verschillen de onderhavige producten minimaal. Tot slot wijst eiseres op de uitspraak op bezwaar van 10 februari 2012 waarbij naar de mening van eiseres identieke goederen werden ingedeeld onder de goederencode 3822 00 00. Subsidiair is eiseres van mening dat indeling onder post 3822 geboden is, omdat de goederen gecertificeerde referentiematerialen betreffen als bedoeld onder die post.
3.3.
Verweerder is van mening dat de goederen moeten worden ingedeeld onder post 3824, zijnde een ander product van hoofdstuk 38. Verweerder acht indeling onder post 3822 niet aan de orde, omdat er gezien de betekenis van de term diagnose hier geen sprake is van een diagnose. Volgens verweerder is een diagnose het toepassen van een kennismethode (veelal in de medische wereld) om uit optredende verschijnselen een oorzaak te achterhalen, dan wel het verschijnsel te benoemen. Het enkel aflezen van een verkleuring is niet als diagnose te bestempelen, maar is enkel een eenvoudige signaalfunctie. Het betreft hier ook geen product bestemd voor laboratoriumgebruik. Verweerder meent dat de goederen grote gelijkenis vertonen met de labels in het onder punt 4 hierna genoemde statement. De goederen reageren vergelijkbaar en geven niet, zoals een PH-meter, een exacte waarde aan. Verweerder concludeert dat de onder 3.2 genoemde uitspraak op bezwaar op een vergissing berust.

4.Het toepasselijke recht en toelichtingen

Tariefpost
3822 00 00 Reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, op een drager, alsmede bereide reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, al dan niet op een drager, andere dan die bedoeld bij post 3002 of 3006; gecertificeerde referentiematerialen
Tariefpost
3824 90 97
3824 Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen:
(…)
3824 90 - andere:
(…)
- - andere:
(…)
- - - andere:
(…)
3824 90 97 - - - - andere
IDR-toelichting bij post 3822:
“Deze post omvat reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik op een drager en bereide reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, met uitzondering van reageermiddelen voor diagnose bedoeld bij post 30.02, reageermiddelen bestemd om aan de patiënt te worden toegediend en reageermiddelen voor het bepalen van bloedgroepen of van bloedfactoren, bedoeld bij post 30.06. De post omvat eveneens gecertificeerde referentiematerialen. Reageermiddelen voor diagnose worden gebruikt bij de evaluatie van fysische, biofysische of biochemische processen en toestanden bij dieren en bij mensen. Hun functies steunen op een meetbare of waarneembare verandering van hun samenstellende biologische of chemische bestanddelen. De bereide reageermiddelen voor diagnose bedoeld bij deze post kunnen een functie hebben die analoog is aan die van reageermiddelen bestemd om aan de patiënt te worden toegediend (onderverdeling 3006.30) met dat verschil dat zij worden gebruikt in vitro, eerder dan in vivo. Bereide reageermiddelen voor laboratoriumgebruik omvatten niet alleen reageermiddelen voor diagnose, maar ook andere analytische reageermiddelen gebruikt voor andere doeleinden dan detectie of diagnose. Bereide reageermiddelen voor laboratoriumgebruik en voor diagnose kunnen worden gebruikt in medische, veeartsenijkundige, wetenschappelijke of industriële laboratoria, in ziekenhuizen, in de industrie, op het veld of in bepaalde gevallen thuis.
Reageermiddelen bedoeld bij deze post worden aangeboden zowel op een drager, als in de vorm van bereidingen en in dat laatste geval bestaan zij uit meer dan één bestanddeel. Zij kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een intentioneel mengsel van twee of meer reageermiddelen of uit één enkel reageermiddel opgelost in een ander oplosmiddel dan water. Zij kunnen ook voorkomen in de vorm van papier, kunststof of andere stoffen (gebruikt als onderlaag of als drager), geïmpregneerd of bedekt met een of meer reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, zoals lakmoes-, zuurtegraad- of poolreageerpapier of als vooraf met een deklaag beklede plaatjes voor immunologische testen. De reageermiddelen bedoeld bij deze post kunnen ook zijn opgemaakt in de vorm van kits, bestaande uit verschillende bestanddelen ook indien een of meer van die bestanddelen geïsoleerde chemisch welbepaalde verbindingen zijn bedoeld bij hoofdstuk 28 of bij hoofdstuk 29, synthetische kleurstoffen bedoeld bij post 32.04 of elke andere stof die, indien afzonderlijk aangeboden, in een andere post zou worden ingedeeld. Voorbeelden van dergelijke kits zij die voor het bepalen van de aanwezigheid van glucose in het bloed, van ketonen in urine, enz. en die op basis van enzymen. Diagnostische kits die echter het wezenlijke karakter vertonen van producten bedoeld bij de posten 30.02 of 30.06 (bijvoorbeeld die op basis van monoclonale of polyclonale antilichamen) zijn uitgezonderd.
De reageermiddelen bedoeld bij deze post moeten duidelijk herkenbaar zijn als zijnde bestemd om enkel te worden gebruikt als reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik. Dit moet duidelijk blijken uit hun samenstelling, uit de etikettering, uit aanwijzingen voor het gebruik in vitro of voor laboratoriumgebruik, uit de aanduiding van de specifieke diagnostische test die zal worden uitgevoerd of uit de fysische vorm waarin zij worden aangeboden (bijvoorbeeld op een onderlaag of op een drager).
(…)”
Met uitzondering van de producten van hoofdstuk 28 of 29,
heeft post 38.22 voor de indeling van gecertificeerde referentiematerialen voorrang boven alle andere posten van de nomenclatuur.
De gecertificeerde materialen van deze post zijn bereid voor het kalibreren van een apparaat, de toetsing van een meetmethode of de toekenning van waarden aan een materiaal. Deze referentiematerialen kunnen bestaan uit:
dragermaterialen die toegevoegde actieve chemicaliën bevatten waarvan de concentratie nauwkeurig is vastgesteld;
onvermengde materialen waarvan de concentratie van bepaalde bestanddelen nauwkeurig is vastgesteld (bijvoorbeeld het gehalte aan eiwit en vet van melkpoeder);
natuurlijke of synthetische materialen waarvan bepaalde eigenschappen nauwkeurig zijn vastgesteld (bijvoorbeeld de treksterkte, het soortelijk gewicht).
Deze referentiematerialen moeten worden begeleid door een certificaat waarop staan vermeld de waarde van de gecertificeerde eigenschappen, de methoden die zijn gebruikt om deze waarden vast te stellen en de graad van nauwkeurigheid van elke waarde, en de geautoriseerde instantie die het certificaat heeft afgegeven.
IDR-toelichting bij post 3824:
“(…)
B. Chemische producten en chemische of andere preparaten
Dit onderdeel heeft, op drie uitzonderingen na (zie onder 7, 19 en 31 hierna), geen betrekking op geïsoleerde chemisch welbepaalde producten.
De hier bedoelde chemische producten zijn geen chemisch welbepaalde producten (zie evenwel vorige alinea). Zij worden verkregen als nevenproducten bij de vervaardiging of bereiding van andere stoffen (dit is bijvoorbeeld het geval met nafteenzuren) of worden speciaal bereid of vervaardigd.
Chemische of andere preparaten zijn hetzij mengsels (waartoe ook de emulsies en dispersies moeten worden gerekend), hetzij oplossingen. Er wordt aan herinnerd dat oplossingen in water van chemicaliën bedoeld bij de hoofdstukken 28 en 29, onder die hoofdstukken ingedeeld blijven, maar dat oplossingen van de chemicaliën in andere oplosmiddelen, op enkele uitzonderingen na, van de hoofdstukken 28 en 29 zijn uitgezonderd en derhalve als preparaten moeten worden aangemerkt.
De preparaten bedoeld bij deze post bestaan meestal geheel of gedeeltelijk uit chemische producten, maar zij kunnen ook geheel zijn samengesteld uit natuurlijke bestanddelen (zie bijvoorbeeld onder 23 hierna).
Van deze post zijn echter uitgezonderd mengsels van chemicaliën en voedingsstoffen of andere stoffen met voedingswaarde, van de soort gebruikt bij de bereiding van bepaalde producten voor menselijke consumptie, hetzij als samenstellend bestanddeel, hetzij om bepaalde eigenschappen ervan te verbeteren (bijvoorbeeld verbeteringsmiddelen voor brood-, banket- en beschuitbakkerijen), op voorwaarde dat dergelijke mengsels of stoffen worden gebruikt vanwege hun voedingswaarde zelf. Deze producten vallen in de regel onder post 21.06 (zie ook de toelichting IDR, algemene opmerkingen, op hoofdstuk 38, opgenomen in aant. 1 op Aantekening 1 IDR op dit hoofdstuk).
Van deze post zijn eveneens uitgezonderd kwikverbindingen (post 28.52).
Van de chemische producten en preparaten bedoeld bij deze post kunnen, onder voorbehoud van de hiervoor vermelde uitzonderingen, worden genoemd:
(…)
25 preparaten voor het vervaardigen van bepaalde keramische producten (zoals kunsttanden). Zij bestaan bijvoorbeeld uit mengsels op basis van kaolien, kwarts en veldspaat;
(…)
27 natronkalk, dat verkregen wordt door zuivere kalk te blussen met natronloog en voornamelijk gebruikt wordt om kooldioxide te absorberen in ademhalingstoestellen met luchtcirculatie voor verdovingsapparatuur, onderzeeërs, enz. Natronkalk opgemaakt als reageermiddel voor laboratoriumgebruik is echter uitgezonderd (post 38.22);
(…)
34 tussenproducten van de vervaardiging van bepaalde therapeutische preparaten (bijvoorbeeld antibiotica), verkregen met behulp van micro-organismen door gisting, filtratie en eerste extractie en die gewoonlijk niet meer dan 70% aan antibiotica bevatten. Als voorbeeld kunnen worden genoemd alkaloïdkoeken, die tussenproducten zijn van de vervaardiging van chlorotetracycline (aureomycine) en bestaan uit inactief mycelium, filtratiehulpstoffen en 10 tot 15% chlorotetracycline; “
Statement 36e vergadering Comité douanewetboek, afdeling Tarief- en statistieknomenclatuur:
“Labels om de versheid van levensmiddelen of farmaceutische producten aan te duiden, zoals hierna omschreven, moeten onder onderverdeling 3824 9097 worden ingedeeld. Het betreft een product dat is opgemaakt in de vorm van een label (op basis van kunststof, hoofdstuk 39) en een monomeer (hoofdstuk 29) en dat wordt gebruikt om de versheid van levensmiddelen of farmaceutische producten aan te geven. De actieve delen worden na verloop van tijd zwart door polymerisatie.
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene bepalingen 1 en 6 voor de toepassing van de gecombineerde nomenclatuur en de teksten van post 38.24 en onderverdeling 3824 9097. Het product kan niet worden ingedeeld onder post 38.22 (‘Reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik’). Aantekening 1 IDR op hoofdstuk 29 is op dit product niet van toepassing (EG). ”

5.Beoordeling van het geschil

5.1.
Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de posten en in de aantekeningen op de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven.
De door de Commissie vastgestelde toelichtingen op de GN en de in het kader van de Werelddouaneorganisatie (WDO) uitgewerkte toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten.
5.2.
Ingevolge de algemene regels voor de interpretatie van de GN wordt de tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken.
5.3.1.
Blijkens de IDR-toelichting bij post 3822 kunnen bereide reageermiddelen voor diagnose onder deze post worden ingedeeld indien ze worden gebruikt in medische, veeartsenijkundige, wetenschappelijke of industriële laboratoria, in ziekenhuizen, in de industrie, op het veld of in bepaalde gevallen thuis. Eiseres heeft niet dan wel onvoldoende weersproken gesteld dat de goederen vooral worden gebruikt door bedrijven in de medische en farmaceutische industrie bij geconditioneerd vervoer van voornamelijk geneesmiddelen en vaccins en allerlei verschillende medische producten (zoals bijvoorbeeld hartkleppen) waarbij een kritische temperatuurgrens van evident belang is. Hiermee staat vast dat de goederen worden gebruikt in de (medische en farmaceutische) industrie als bedoeld in voornoemde toelichting. De vraag of de goederen ook bereide reageermiddelen voor diagnose zijn, beantwoordt de rechtbank bevestigd. Zoals uit de onder 2.2 opgenomen omschrijving blijkt, zijn de goederen aan te merken als een reageermiddel op een drager, hetgeen volgens vorengenoemde toelichting een bereid reageermiddel is. Het begrip diagnose beperkt de rechtbank, anders dan verweerder, niet tot de geneeskunst. Het hier bedoelde begrip diagnose heeft ook buiten de geneeskunst betekenis. Dit blijkt uit de toelichting waarin ook naar het gebruik in de industrie en op het veld wordt verwezen. In algemene zin betekent het stellen van een diagnose de kunst, techniek of handeling om van een optredend verschijnsel de oorzaak vast te stellen die dat verschijnsel tot gevolg heeft. Het optredende verschijnsel is hier dat het reageermiddel uitzakt en vakjes kleurt. De oorzaak die dit verschijnsel tot gevolg heeft is dat een temperatuurdrempel is overschreden gedurende een bepaalde tijd. Het gebruik van de strips om te onderzoeken of al dan niet de conclusie kan worden getrokken dat een temperatuurdrempel is overschreden gedurende een bepaalde tijd rechtvaardigt de conclusie dat het goed een bereid reageermiddel voor diagnose is. Een vergelijking kan worden gemaakt met het gebruik van een zwangerschapstest. Indien het optredende verschijnsel een verkleuring op de teststrip (bereide reageermiddel) is, dan is de oorzaak die dit verschijnsel tot gevolg heeft de aanwezigheid van een zwangerschapshormoon in de urine.
5.3.2.
Eiseres heeft niet dan wel onvoldoende weersproken gesteld dat de goederen identiek zijn aan de ‘Cold Chain Monitor’ van het merk [B]. Laatstbedoelde goederen zijn door de Wereld Gezondheid Organisatie (WHO) en Unesco erkend als gecertificeerde ‘Cold Chain Monitors’. Eiseres heeft niet dan wel onvoldoende weersproken gesteld dat de goederen, die door dezelfde fabrikant worden gemaakt, ook door de WHO worden geaccepteerd. De rechtbank heeft geen reden hieraan te twijfelen. Van de ‘Cold Chain Monitors’ heeft eiseres de certificering overgelegd. De rechtbank heeft geen redenen te twijfelen aan het door eiseres geleverde bewijs en acht het daarom mogelijk dat de goederen ook kunnen worden aangemerkt als gecertificeerde referentiematerialen welke eveneens moeten worden ingedeeld onder post 3822.
5.3.3.
Verweerder beroept zich op het onder 4 genoemde ‘statement’. Volgens verweerder is het ‘statement’ een conclusie van het Comité Douanewetboek, als bedoeld in artikel 247 van het Communautair Douanewetboek. De conclusie wordt gepubliceerd in het verslag van de vergadering van het Comité en wordt opgenomen op de website van de EU. De lidstaten zijn gehouden uitvoering te geven aan het statement. In Nederland wordt het statement opgenomen in het Gebruikstarief dat op de website van de douane wordt gepubliceerd, onder het kopje Tariferingen. Onder dit kopje zijn verschillende rechtsfiguren opgenomen, zoals de wettelijk bepalende indelingsverordeningen, indelingsadviezen of -beslissingen. Deze kunnen afkomstig zijn van de WDO, de EU, of nationaal zijn. Ook zijn er tariferingen die een verkorte weergave zijn van belangrijke arresten en uitspraken. Het beroep van verweerder op dit statement faalt. Uit voorgaande blijkt dat het statement slechts een hulpmiddel is bij de indeling van goederen in het tarief. Het statement is niet wettelijk bepalend. Wettelijk bepalend is de bewoording van de post. Het statement ziet bovendien op een ander goed dan de onderhavige. Het in het statement genoemde goed heeft als eigenschap dat er altijd een reactie optreedt. Dat is bij de onderhavige goederen niet het geval.
5.3.4.
De indeling die verweerder voorstaat, post 3824: “(…) chemische producten en preparaten van de chemische of aanverwante industrieën (…), elders genoemd noch elders onder begrepen” is ook van toepassing, maar is een algemene sluitpost. Nu post 3822 van toepassing is, gaat de laatstgenoemde, meer specifieke post voor.
5.4.
Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep gegrond te worden verklaard.

6.Proceskosten

De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 944 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 472 en een wegingsfactor 1).

7.Beslissing

De rechtbank
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de onder 1 genoemde utb en de uitspraak op bezwaar;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 944;
  • bepaalt dat verweerder de griffiekosten van € 310 aan eiseres vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.J. Roke, voorzitter, mr. A. van Dongen en mr. M.C.A. Onderwater, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Plesman-Jalink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2013.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam. (douanekamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.