In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 17 december 2013, wordt de rechtszaak behandeld tussen eiser, eigenaar van een gemeubileerde recreatiewoning, en de heffingsambtenaar van de gemeente Bergen. De zaak betreft de aanslagen forensenbelasting voor de jaren 2009 en 2010, opgelegd aan eiser op basis van de Gemeentewet. Eiser had een verhuurbemiddelingsovereenkomst gesloten met Beheer- en exploitatiemaatschappij Scorleduyn B.V. i.o. (BEMS) en had gekozen voor het flexibel rendementsconcept in 2009 en het optimaal rendementsconcept in 2010. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst voor 2009 niet voorziet in een doorlopende verhuuropdracht, aangezien deze ook eigen gebruik mogelijk maakt. Eiser heeft de woning in 2009 109 dagen verhuurd en 13 dagen zelf gebruikt, wat betekent dat de woning meer dan 90 dagen voor eigen gebruik beschikbaar was. Voor 2010 oordeelt de rechtbank dat de overeenkomst wel een doorlopende verhuuropdracht biedt, maar dat ook hier eigen gebruik niet is uitgesloten. Eiser heeft de woning in 2010 173 dagen verhuurd en 13 dagen zelf gebruikt, wat wederom leidt tot de conclusie dat de woning meer dan 90 dagen voor eigen gebruik ter beschikking stond. De rechtbank wijst het beroep van eiser op het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel af, en concludeert dat de aanslagen forensenbelasting voor beide jaren terecht zijn opgelegd. De beroepen worden ongegrond verklaard.