In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 december 2013 uitspraak gedaan over de omgevingsvergunning voor de aanleg van een kunstgrasveld bij hockeyclub Rood-Wit, gelegen op het perceel Zwaluwenweg 11 in Aerdenhout. De rechtbank oordeelt dat de verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal, voldoende heeft onderbouwd dat de aanleg van het kunstgrasveld noodzakelijk is voor doelmatig beheer en dat er geen schade wordt toegebracht aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden. De eisers, die bezwaar maakten tegen de vergunning, hebben geen overtuigende argumenten aangedragen die de beslissing van de verweerder ondermijnen. De rechtbank wijst erop dat het nieuwe bestemmingsplan 'Aerdenhout 2012' inmiddels onherroepelijk is en dat de huidige bestemming van de gronden het gebruik voor recreatieve doeleinden toelaat.
De rechtbank behandelt ook de gedoogovereenkomst die door de eisers is ingeroepen, maar concludeert dat deze overeenkomst, gesloten door de gemeente als privaatrechtelijke rechtspersoon, niet van invloed is op de rechtmatigheid van de omgevingsvergunning. De rechtbank stelt vast dat de aanvraag om omgevingsvergunning moet worden beoordeeld binnen de publiekrechtelijke kaders en dat er geen ruimte is om privaatrechtelijke afspraken in deze beoordeling mee te nemen.
De rechtbank concludeert dat de verweerder zich terecht heeft beperkt tot de vraag of de aanleg van het kunstgrasveld noodzakelijk is voor een doelmatig beheer van de gronden en of er schade wordt toegebracht aan de landschappelijke en natuurlijke waarden. De overige door eisers aangevoerde belangen, zoals parkeerdruk, zijn reeds afgewogen bij de totstandkoming van het bestemmingsplan en kunnen niet opnieuw worden betrokken in de beoordeling van de aanvraag. Het beroep van de eisers wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.