In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, de eigenaar van een gemeubileerde recreatiewoning, en de heffingsambtenaar van de gemeente Bergen over de aanslag forensenbelasting voor het jaar 2010. Eiseres had een verhuurbemiddelingsovereenkomst gesloten met blooming hotel en conferentielandgoed B.V. en stelde dat de woning niet langer dan 90 dagen voor eigen gebruik beschikbaar was, waardoor de aanslag onterecht was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de verhuurbemiddelingsovereenkomst op zichzelf een doorlopende verhuuropdracht voorziet, maar dat de woning gedurende het jaar niet zodanig beperkt was dat deze niet meer beschikbaar was voor eiseres en haar gezin. De rechtbank concludeerde dat de woning in 2010 gedurende meer dan 90 dagen voor eigen gebruik ter beschikking stond, en dat de aanslag forensenbelasting terecht was opgelegd.
De rechtbank behandelde ook de argumenten van eiseres met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. Eiseres stelde dat andere eigenaren van woningen op het park Buiten Bergen niet waren aangeslagen voor forensenbelasting, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van ongelijke behandeling. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel faalde, omdat er geen ondubbelzinnige toezegging aan eiseres was gedaan dat zij geen aanslag zou ontvangen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de aanslag forensenbelasting.