In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de aanslag forensenbelasting die aan eiseres was opgelegd door de gemeente Bergen. Eiseres, eigenaar van een gemeubileerde recreatiewoning, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag van € 818,40 voor het jaar 2009, die was opgelegd omdat zij de woning meer dan 90 dagen ter beschikking had gehouden zonder hoofdverblijf in de gemeente. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres de woning via verhuurbemiddelaar Aan Zee had verhuurd en dat er een samenwerkingsovereenkomst was die stilzwijgend werd verlengd. De rechtbank heeft de stelling van eiseres dat zij de woning slechts voor 89 dagen zelf had gebruikt, verworpen. De rechtbank oordeelde dat het gebruik om niet door vrienden en kennissen als eigen gebruik moest worden aangemerkt, en dat de dagen dat de woning niet verhuurd was, meetelden bij de berekening van het eigen gebruik. Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat de woning in totaal 250 dagen was verhuurd en dat eiseres deze 115 dagen ter beschikking had, wat meer dan de toegestane 90 dagen was. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de aanslag forensenbelasting.