Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 december 2013 in de zaak tussen
Procesverloop
Feiten
Standpunten van partijen
Overwegingen
privégebruik van de woning toestaat mits dit onder de 90 dagen blijft, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. De rechtbank overweegt dat eiser ten onrechte ervan uitgaat dat de inspecteur van Rijksbelastingdienst dezelfde maatstaf hanteert als de gemeentelijke heffingsambtenaar. De Rijksbelastingdienst gaat bij de afdracht van de BTW uit van het feitelijk gebruik van de woning terwijl het bij de forensenbelasting gaat om het beschikbaar houden van de woning. Aan het standpunt van de inspecteur van de Rijksbelastingdienst kan eiser dan ook geen gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat hij niet voor de forensenbelasting zou worden aangeslagen. Bovendien is de inspecteur van de Rijksbelastingdienst niet de in deze tot beslissen bevoegde ambtenaar. De rechtbank concludeert dan ook dat niet is gebleken van een door een tot beslissen bevoegd orgaan ten aanzien van eiser uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en ongeclausuleerde gedane toezegging die bij hem gerechtvaardigde verwachtingen heeft gewekt dat hij niet voor de forensenbelasting zou worden aangeslagen.
Beslissing
mr. A.A. Fase, leden, in aanwezigheid van mr. S.C. Jacobs, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 december 2013.