Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 december 2013 in de zaken tussen
Procesverloop
Bij besluit van 28 juni 2012 heeft verweerder over de periode van 17 augustus 2004 tot en met 31 mei 2012 de ten onechte aan eiseres verstrekte bijstand tot een bedrag van
€ 129.205,86 bruto teruggevorderd.
Overwegingen
Ingevolge het derde lid van dat artikel is van een gezamenlijke huishouding sprake, indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.
.Dat eiser van 1 april 2004 tot 1 oktober 2006 een woning huurde in Arnhem en in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven heeft gestaan op het adres [adres 4] in [woonplaats 2] doet aan deze verklaringen niet af, omdat daarmee niet aannemelijk is gemaakt dat eiser in die periode zijn hoofdverblijf in Arnhem heeft gehad. Voorts heeft [naam 4], de schoondochter van eiser, verklaard dat zij sinds maart 2009 woonachtig is op het adres [adres 2], het de bedoeling was dat haar schoonvader ook bij hen kwam wonen, dit om persoonlijke redenen niet ging en hij niet aan de [adres 2] heeft gewoond. Zij neemt aan dat eiser bij eiseres woont. De rechtbank is niet gebleken dat niet van de juistheid van deze afgelegde verklaringen uitgegaan kan worden. Deze verklaringen bevatten naar het oordeel van de rechtbank voldoende concrete feiten en omstandigheden om te concluderen dat eisers vanaf 2005 tot 11 augustus 2011 in de woning van eiseres aan de [adres 1] te [woonplaats 1] hun hoofdverblijf hadden.
Beslissing
- bepaalt dat verweerder binnen een termijn van zes weken een nieuw besluit neemt op het bezwaar van eiseres tegen de besluiten van 15 juni 2012 en 28 juni 2012, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit II gegrond;
- vernietigt bestreden besluit II;
- bepaalt dat verweerder binnen een termijn van zes weken een nieuw besluit neemt op het bezwaar van eiser tegen het besluit van 28 juni 2012, met inachtneming van