Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 november 2013 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2], te [woonplaats], eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 12.000,00 bedraagt.
Volgens eveneens vaste rechtspraak van de Afdeling – zie bijvoorbeeld de uitspraak van
26 februari 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AF5001 – kan een beroep op het vertrouwensbeginsel slechts slagen indien een betrokkene op grond van het door hem gestelde vertrouwen iets heeft gedaan of nagelaten, wat hij niet zou hebben gedaan of nagelaten, indien dat vertrouwen niet zou hebben bestaan.
9 september 2011 telefonisch aan de gemachtigde van eisers heeft meegedeeld dat het collegebesluit van 30 augustus 2011 niet op de juiste feiten was gebaseerd.
19 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY6653 ‒ moet de vraag of sprake is van voorzienbaarheid worden beoordeeld aan de hand van het antwoord op de vraag of ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt. Voor voorzienbaarheid is niet vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft.
Beslissing
mr. P.H. Lauryssen, leden, in aanwezigheid van mr. W.I.K. Baart, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 november 2013.