ECLI:NL:RBNHO:2013:10800
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Waarde van bedrijfsruimte bij staking onderneming gebaseerd op daadwerkelijk bedongen huur
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een banketbakker, en de inspecteur van de Belastingdienst over de waarde van een bedrijfsruimte bij de staking van de onderneming. Eiser had een aanslag inkomstenbelasting ontvangen, die was berekend op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 197.985. Na bezwaar werd deze aanslag verminderd, maar eiser was het niet eens met de vastgestelde waarde van de bedrijfsruimte bij de overgang naar het privévermogen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde van de bedrijfsruimte moet worden bepaald op basis van de huurwaarde, die een belangrijke indicatie vormt voor de waarde in het economische verkeer. Eiser had de bedrijfsruimte in 2008 te huur aangeboden voor € 62.500 per jaar en had een huurovereenkomst gesloten met een huurder. De rechtbank oordeelde dat de door eiser bedongen huur niet onzakelijk was en dat de waarde van de bedrijfsruimte bij de overgang naar het privévermogen op € 800.000 moest worden vastgesteld. De rechtbank heeft de aanslag verminderd en de heffingsrente dienovereenkomstig aangepast. Tevens zijn de proceskosten van eiser vergoed.