ECLI:NL:RBNHO:2013:10442
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van verliezen uit eerdere jaren in vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Hoofddorp over de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2008. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.N. Klatt, heeft beroep ingesteld tegen de aanslag die was berekend naar een belastbaar bedrag van € 265.101, waarbij verweerder rekening had gehouden met een verlies uit eerdere jaren van € 168.637. Eiseres betoogde dat verweerder ten onrechte geen rekening had gehouden met verliezen die zij in de jaren 1995 tot en met 1998 had geleden, en concludeerde tot gegrondverklaring van het beroep en vermindering van de belastingaanslag tot € 5.925.
De rechtbank heeft vastgesteld dat volgens artikel 20, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 een verlies alleen kan worden verrekend met de belastbare winsten van volgende jaren indien dat verlies door de inspecteur is vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking. De rechtbank oordeelde dat er voor de jaren 1995 tot en met 1998 geen dergelijke vaststellingen waren gedaan, waardoor eiseres niet in aanmerking kwam voor verrekening van een groter bedrag aan verliezen dan waarmee verweerder rekening had gehouden.
Eiseres voerde aan dat de totaalwinstgedachte van de wet meebracht dat het redelijk was om rekening te houden met alle verliezen, maar de rechtbank verwierp deze stelling. Ook de argumenten van eiseres over schending van de beginselen van behoorlijk bestuur werden door de rechtbank niet gehonoreerd. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet verplicht was om ambtshalve verliezen vast te stellen en dat eiseres zelf verantwoordelijk was voor het aanvragen van aangiftebiljetten voor de jaren waarin zij verlies had geleden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.