ECLI:NL:RBNHO:2013:10187
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- S. Ok
- M.J.M. Verpalen
- B.A.A. Postma
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van invoer van cocaïne via Schiphol door verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 oktober 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 11 juli 2013 op de luchthaven Schiphol werd aangehouden. De verdachte, geboren in Bulgarije en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van ongeveer 1645,8 gram cocaïne in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie, mr. E.M. ten Bos, heeft gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. De verdachte heeft verklaard dat zij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van cocaïne in haar bagage en dat zij door een onbekende vrouw was benaderd om een schijnhuwelijk te sluiten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte wel degelijk op de hoogte was van de cocaïne in haar bagage, gezien de ongeloofwaardigheid van haar verklaringen en de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en een medeverdachte. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die zij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft daarbij de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De relevante wettelijke voorschriften die van toepassing zijn, zijn artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.