Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- De dagvaarding van 12 februari 2025 met 24 producties,
- De mondelinge behandeling van 28 februari 2025.
2.De vordering en de grondslag daarvan
€ 500.000,00. Ten slotte vordert de Belastingdienst om [gedaagde] in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente, en de nakosten te veroordelen.
3.De beoordeling
€ 500.000,00. De hoogte van de gevorderde dwangsom acht de voorzieningenrechter redelijk, nadat de Belastingdienst deze hoogte desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht. De Belastingdienst ziet in de praktijk regelmatig dat informatie niet verstrekt wordt en er meerdere kort gedingprocedures gevoerd moeten worden, als er geen of een te lage dwangsom opgelegd wordt. Gelet op het aanzienlijke tijdsverloop sinds de Belastingdienst voor het eerst aan [gedaagde] om informatie heeft gevraagd, heeft de Belastingdienst belang bij een dwangsom die voldoende effectief is. Als [gedaagde] aan de veroordelingen voldoet, heeft zij van die dwangsom bovendien geen last.
4.De beslissing
“Enige gegevens van de buitenlandse bankrekening bij de BGL-BNP Paribas vanaf 31 december 2011 zijn aanwezig bij de Belastingdienst. Deze bankrekening is echter al geopend in het jaar 2006. Ik verzoek u de herkomst van de gestorte gelden en het verloop van de bankrekening in de jaren2006-2011 mee te delen met het overleggen van bankafschriften of mutatieoverzichten van de bankrekening over deze jaren.
In het jaar 2012 heeft u een uitkering kapitaalverzekering ontvangen van€ 67.739,00. Op de binnenlandse bankrekeningen is de ontvangst van dit bedrag niet zichtbaar in de saldi-overzichten per 31-12-2011 en per 31-12-2012.
Op welke bankrekening heeft u dit bedrag ontvangen?
Wat is de besteding van deze gelden geweest en/of naar welke bankrekening zijn deze gelden overgeboekt?
In het jaar 2014 is er € 99.000,00 gestort (omschrijving [omschrijving] ) op de buitenlandse bankrekening BGL-BNP Paribas. Wat is de herkomst van deze gelden?
In het jaar 2014 is er door u € 94.000,00 contant opgenomen van de buitenlandse bankrekening BGL-BNP Paribas. Wat was de besteding van deze gelden? Ik verzoek u de bewijsstukken te overleggen.
Bovendien is er € 52.511,00 gestort met de omschrijving ‘terugkoop van effecten’.
U was blijkbaar (deel)gerechtigd tot enige effectenrekening. Ik verzoek u de geschiedenis van de effectenrekening mee te delen met overleggen van de bewijsstukken.
Ik verzoek u mij het rekeningnummer en de bank alwaar de effectenrekening geopend is, mede te delen. Ik verzoek u van deze effectenrekening de bankafschriften over de jaren 2006-2022 te overleggen.
In het jaar 2019 wordt het volledige bedrag op de buitenlandse bankrekening overgeschreven vanaf de bankrekening [rekeningnummer 1] naar bankrekening [rekeningnummer 2] .
De gegevens van deze rekening 90000 zijn niet bij de Belastingdienst aanwezig. Ik verzoek u deze alsnog te overleggen betreffende de jaren2006-2022.
In het jaar 2022 stijgen de tegoeden op binnenlandse bankrekeningen met€ 28.794,00. Uw inkomen was in dat jaar € 10.883,00. Aldus is er sprake van een inkomstentekort. Ook in de jaren 2019 en 2020 is er sprake van een inkomstentekort. Wat was de inkomensbron om de toename te kunnen realiseren?
Het is niet duidelijk vanaf welke bankrekeningen de dagelijkse kosten voor uw levensonderhoud worden voldaan. Ik verzoek u te overleggen de bankafschriften over de jaren 2019-2023 van de navolgende binnenlandse bankrekeningen:
Op welke bankrekeningen waartoe u (deel)gerechtigd bent zijn uw looninkomsten en de door u genoten alimentatie ontvangen in de jaren2019-2022? Ik verzoek u de bewijsstukken te overleggen.
Volgens de mij ter beschikking staande gegevens is aan u in het jaar 2019 totaal € 17.503,00 aan alimentatie verstrekt.
Heeft u deze daadwerkelijk ontvangen?
Op welke bankrekening?
De ontvangen alimentatie in 2019 is niet aangegeven in uw aangiftebiljet [nummer] . Waarom niet?
Ik verzoek het echtscheidingsconvenant betreffende u en uw ex-echtgenoot de heer [A] te overleggen waaruit de door u ontvangen alimentatie blijkt.
Op welke bankrekening is de ontvangen alimentatie gestort in de jaren na 2006?
Op bankrekening [rekeningnummer 9] hebben de navolgende stortingen plaatsgevonden. Contante stortingen:
Tot het rekeningnummer [rekeningnummer 5] zijn gerechtigd, als rekeninghou(d)(st)er, mevrouw [B] en/of mevrouw [gedaagde] . Gelet op deze naamsamenstelling is er mijns inziens enige verbondenheid (geweest) van u met mevrouw [B] . Ik verzoek u mij mee te delen wie de persoon [B] is: wat zijn de naam, huidige adres- en woonplaatsgegevens van deze persoon en wat de relatie van u tot deze persoon is / was.”