Uitspraak
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
dezewoonruimte is gebonden. Daarentegen heeft [eiseres] wel specifiek belang bij deze woonruimte, omdat de woonruimte in haar bedrijfspand zit en zij naast de woonruimte van [gedaagde] (in het bedrijfspand) ook al kantoor houdt. Bovendien is het voor [eiseres] van belang om haar hoofdkantoor op één plek gecentreerd te hebben. De argumenten die [gedaagde] heeft aangevoerd met betrekking tot haar gebondenheid aan de woonruimte vanwege haar financiële situatie, sociale omgeving, vrienden, verenigingen en hobby’s onderstrepen ook onvoldoende het belang bij specifiek
dezewoonruimte. Deze omstandigheden van [gedaagde] kunnen echter wel meewegen in de vraag of er passende woonruimte voor [gedaagde] beschikbaar is.
haaropgang afgewezen, omdat niet is vast komen te staan dat de opgang onderdeel is van het door [gedaagde] gehuurde of dat [gedaagde] een exclusief gebruiksrecht heeft. [gedaagde] stelt dat bij aanvang van de huurovereenkomst toegezegd is dat de opgang alleen door haar gebruikt mag worden, maar dit wordt door [eiseres] betwist en volgt ook niet uit de huurovereenkomst of uit andere stukken. Uit het feit dat de spullen van [gedaagde] in de opgang stonden, kan de kantonrechter niet afleiden dat afgesproken is dat de opgang alleen door haar mag worden gebruikt. De kantonrechter kan dan ook niet vaststellen dat afgesproken is dat alleen [gedaagde] de opgang mag gebruiken. [gedaagde] zal de opgang dus met [eiseres] moeten (blijven) delen.