In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 6 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 17 juli 2024 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres had verweerder op 6 november 2024 in gebreke gesteld, en na meer dan twee weken, op 2 januari 2025, beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, en wel binnen twee weken na verzending van de uitspraak, tenzij in bijzondere gevallen een andere termijn wordt bepaald. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken aangegeven dat een termijn van veertig weken na het indienen van het verweerschrift realistisch is, gezien de gemiddelde doorlooptijd van de bezwaarprocedure. De rechtbank heeft ook bepaald dat er een dwangsom van € 50,- per dag geldt voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding van € 453,50 voor de proceskosten en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed.