In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 4 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, ingediend op 21 juni 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien eiseres verweerder op 20 november 2024 in gebreke heeft gesteld en het beroep pas op 12 december 2024 is ingediend. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een redelijke termijn, in dit geval uiterlijk 25 september 2025, een besluit op het bezwaar te nemen. Tevens is er een dwangsom vastgesteld van € 50,- per dag voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, en het door haar betaalde griffierecht wordt eveneens vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.