In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar bezwaar van 27 februari 2024 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft op 11 december 2024 een verweerschrift ontvangen van de Dienst Toeslagen, maar geen van de partijen heeft verzocht om een zitting. De rechtbank heeft het onderzoek daarop gesloten.
De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, en dat de beslistermijn in deze zaak is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 3 oktober 2024 in gebreke gesteld, en heeft meer dan twee weken later, op 27 november 2024, beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen.
De rechtbank bepaalt dat verweerder dit besluit uiterlijk op 17 september 2025 moet bekendmaken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag vastgesteld voor elke dag dat verweerder deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het door haar betaalde griffierecht van € 51,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.