In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 14 januari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Dienst Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 15 april 2024 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres had verweerder in gebreke gesteld op 7 oktober 2024, waarna zij op 21 oktober 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 7 augustus 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.