Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 januari 2025 in de zaak tussen
1) [eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
47 anderenuit [woonplaats] , wiens namen in de bijlage van deze uitspraak staan (de omwonenden)
Rechtbank Midden-Nederland
Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van het beroep van eiseres en omwonenden tegen een handhavingsverzoek. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.A.J. Versteeg, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van een verzoek om handhavend optreden tegen het afmeren van een opvangschip voor asielzoekers aan het Merwedekanaal. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij schade had geleden als gevolg van de besluitvorming, waardoor zij geen procesbelang had. Het bestreden besluit was niet gericht aan de omwonenden, waardoor ook hun beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank concludeerde dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak nodig was, aangezien het beroep van zowel eiseres als de omwonenden niet-ontvankelijk was. De rechtbank veroordeelde het college tot betaling van proceskosten aan eiseres en het vergoeden van het griffierecht. De uitspraak werd gedaan door rechter Y.N.M. Rijlaarsdam, in aanwezigheid van griffier S.N. van Ooijen.