Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de akte van [eiser] .
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
woensdag 24 december 2025om 11:00 uur;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 november 2025 een tussenvonnis gewezen in een consumentenkoopkwestie tussen [eiser] en [gedaagde] B.V. De rechtbank heeft overwogen dat de overeenkomst tussen partijen, waarbij [gedaagde] zich verplichtte om op maat gemaakte kozijnen, een voordeur en een schuifpui te leveren en te monteren, ook als consumentenkoop moet worden aangemerkt. Dit is gebaseerd op de wettelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, die bepalen dat een overeenkomst die voldoet aan de omschrijving van zowel een aannemingsovereenkomst als een consumentenkoop, als zodanig moet worden behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] in de uitoefening van zijn beroep handelde en dat [eiser] als consument moet worden beschouwd. De rechtbank heeft de zaak ambtshalve verwezen naar de kantonrechter, omdat de bevoegdheid om consumentenkoopzaken te behandelen bij de kantonrechter ligt, ongeacht de waarde van de vordering. [eiser] heeft bezwaar gemaakt tegen deze verwijzing, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de verwijzing naar de kantonrechter noodzakelijk is en dat dit niet leidt tot onredelijke vertraging of extra kosten voor [eiser]. De rechtbank heeft de partijen erop gewezen dat zij in de verdere procedure niet meer verplicht zijn om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen, en dat het griffierecht verlaagd zal worden. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 19 november 2025.