In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 30 mei 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank had eerder, op 1 mei 2024, een beroep van eiseres gegrond verklaard en de Dienst Toeslagen opgedragen om uiterlijk 2 juli 2024 een besluit op bezwaar te nemen. Echter, tot op heden heeft de Dienst Toeslagen geen besluit genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om alsnog binnen een termijn van twintig weken na verzending van de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de Dienst Toeslagen moet worden betaald, en het betaalde griffierecht moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft verder opgemerkt dat zij geen mogelijkheden heeft om de Dienst Toeslagen te verplichten om een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Awb is.