ECLI:NL:RBMNE:2025:556

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 januari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
UTR 23/4613
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake inzage in penitentiaire dossiers na vernietiging

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 20 januari 2025, wordt het beroep van eiser behandeld. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de minister van Justitie en Veiligheid, dienst Justitiële Inrichtingen, met als doel inzage te verkrijgen in zijn penitentiaire dossiers. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de dossiers inmiddels zijn vernietigd. Dit betekent dat eiser met zijn beroep niet meer kan bereiken wat hij wenst, namelijk inzage in deze dossiers. De rechtbank wijst erop dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 11 december 2024 al heeft geoordeeld over de vernietiging van de dossiers, die zes maanden na de detentie van eiser heeft plaatsgevonden. Eiser heeft op 20 september 2023 zijn beroep ingesteld, maar de rechtbank concludeert dat er geen andere of aanvullende doelen zijn die eiser met zijn beroep zou willen bereiken. De uitspraak is gedaan zonder zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk en deze uitspraak is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4613

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 januari 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en

de minister van Justitie en Veiligheid, dienst Justitiële Inrichtingen.

Inleiding

In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

Eiser heeft op 20 september 2023 beroep ingesteld bij de rechtbank. Naar de rechtbank begrijpt vindt eiser dat er niet tijdig is beslist op zijn verzoeken om inzage in zijn penitentiaire dossiers van de PI [locatie 1] en de PI [locatie 2] .
De rechtbank overweegt hierover dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) op 11 december 2024 [1] uitspraak heeft gedaan over deze penitentiaire dossiers van eiser. Uit deze uitspraak blijkt dat de penitentiaire dossiers van eiser zijn vernietigd zes maanden na zijn detentie. Eiser kan met zijn beroep dus niet meer bereiken dat hij inzage krijgt in deze dossiers.
3. Voor het overige is het de rechtbank niet duidelijk was eiser nog meer of anders zou willen bereiken met zijn beroep. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 januari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.