ECLI:NL:RBMNE:2025:545

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 januari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
C/16/583408 / FO RK 24-1312
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van eenhoofdig gezag aan de moeder na falende communicatie tussen ouders

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 januari 2025 een beschikking gegeven inzake het gezag over twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder had verzocht om met het eenhoofdige gezag over de kinderen belast te worden, omdat de communicatie en samenwerking met de vader ernstig tekortschoten. Ondanks intensieve hulpverlening en eerdere pogingen om de situatie te verbeteren, was er geen vooruitgang geboekt. De rechtbank constateerde dat de kinderen blootgesteld werden aan onnodige spanningen en conflicten tussen de ouders, wat hun emotionele welzijn in gevaar bracht. De vader had aangegeven geen strijd meer te willen en stemde in met het verzoek van de moeder, wat de rechtbank als positief beschouwde voor de kinderen.

De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden sinds de eerdere beschikking van 30 september 2022 waren gewijzigd. De communicatie tussen de ouders was verslechterd en de kinderen waren klem komen te zitten tussen de ouders. De rechtbank besloot dat het in het belang van de kinderen was dat de moeder alleen het gezag kreeg, zodat er sneller en effectiever beslissingen genomen konden worden. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kosten van de procedure werden voor iedere ouder afzonderlijk bepaald.

De rechtbank benadrukte dat de moeder in staat is om de belangen van de kinderen voorop te stellen en dat het gezamenlijk gezag tot veel problemen had geleid. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, die recht hebben op stabiliteit en voorspelbaarheid in hun leven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/583408 / FO RK 24-1312
Gezag
Beschikking van 23 januari 2025
in de zaak van:
[de moeder],
wonende in [woonplaats 1] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. A.M.E. Derks,
tegen
[de vader],
wonende in [woonplaats 2] ,
hierna te noemen: de vader.
De rechtbank merkt als
informantaan:
de gecertificeerde instelling
Samen Veilig Midden-Nederland, hierna: de GI,
gevestigd in [.] .

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft het verzoekschrift van de moeder (met bijlagen), binnengekomen op 28 oktober 2024, ontvangen.
1.2.
Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 7 januari 2025. Daarbij waren aanwezig: de moeder, bijgestaan door haar advocaat, de heer [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming en de heer [B] namens de GI.
1.3.
De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
1.4.
De rechtbank heeft aan de partner van de moeder, de heer [C] , bijzondere toegang verleend om bij de zitting aanwezig de zijn.
1.5.
De rechtbank heeft aan de minderjarigen [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voonraam)] gevraagd wat hij van het verzoek vinden. [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voonraam)] hebben dat per brief laten weten.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
De ouders zijn met elkaar getrouwd geweest tot 2016.
2.2.
Zij hebben samen twee kinderen:
  • [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2011 in [geboorteplaats] ;
  • [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2013 in [geboorteplaats] .
De kinderen wonen bij de moeder.
2.3.
De ouders hebben samen het gezag over [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voonraam)] . Dat betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over hen nemen.
2.4.
[minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voonraam)] zijn in de beschikking van 1 september 2022 onder toezicht gesteld van de GI. De ondertoezichtstelling is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 1 september 2025.
2.5.
In de beschikking van 4 oktober 2024 heeft de kinderrechter de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken met de vader geschorst voor de duur van zes maanden, tot 11 april 2025. De beslissing op het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
2.6.
De moeder verzoekt nu om met het eenhoofdige gezag over [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voonraam)] te worden belast.
2.7.
De GI heeft op de zitting verteld dat de vader geen strijd meer wil en dat hij rust wil voor zichzelf en voor de kinderen. Daarom stemt hij in het belang van de kinderen in met het verzoek van de moeder.

3.De beoordeling

De beslissing
3.1.
De rechtbank zal beslissen dat de moeder voortaan alleen het gezag heeft over [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voonraam)] . Dit betekent dat zij voortaan alleen de beslissingen over hen mag nemen. De rechtbank zal hierna uitleggen hoe zij tot deze beslissing is gekomen.
Gewijzigde omstandigheden
3.2.
De moeder heeft in een eerdere procedure al verzocht om met het eenhoofdige gezag over de kinderen belast te worden. De rechtbank heeft dat verzoek in de beschikking van 30 september 2022 afgewezen. Nu verzoekt de moeder opnieuw om met het eenhoofdige gezag belast te worden. Uit de wet volgt dat de moeder dit kan verzoeken als nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. [1]
3.3.
In dit geval zijn de omstandigheden gewijzigd. In de beschikking van 30 september 2022 heeft de rechtbank de verwachting uitgesproken dat de situatie tussen de ouders in de toekomst zou verbeteren. Op hetzelfde moment was er ook een ondertoezichtstelling uitgesproken, zodat de GI de ouders kon ondersteunen in hun onderlinge communicatie op het moment dat er belangrijke beslissingen genomen moesten worden over [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voonraam)] . Bovendien zou binnen de ondertoezichtstelling (gedwongen) hulpverlening worden ingezet voor de ouders die ziet op het verbeteren van de communicatie en de samenwerking tussen hen. Helaas is gebleken dat dit niet is gelukt. Integendeel, de situatie lijkt zelfs verergerd te zijn. Er is geen communicatie of overleg mogelijk tussen de ouders en de kinderen worden inmiddels langdurig en herhaaldelijk blootgesteld aan onnodige spanningen en conflicten die spelen tussen hun ouders.
De kinderen raken klem en verloren tussen de ouders
3.4.
In de wet staat dat de rechtbank het gezag van een ouder kan beëindigen als zij vindt dat er een te groot risico is dat het kind klem komt te zitten of verloren raakt door de strijd tussen de ouders en de rechtbank niet verwacht dat dat binnenkort beter wordt. [2] Dat is hier het geval.
3.5.
Vast staat dat de verstandhouding en communicatie tussen de ouders niet goed is. De kinderen worden hierdoor al een lange tijd blootgesteld aan spanningen, ruzies en conflicten. Sinds oktober 2024 is het contact tussen de vader en de kinderen stopgezet. Uit de beschikking van 4 oktober 2024 blijkt dat de zorgregeling is opgeschort zodat de emotionele veiligheid van [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voonraam)] gewaarborgd kan worden. Sinds het contact met de vader is gestopt, worden de kinderen minder belast met spanningen en ruzies in de thuissituatie bij de vader. Zij ervaren wel nog steeds de emotionele lading als er beslissingen over hen genomen moeten worden. De kinderen worden belast met volwassenproblemen die ze niet kunnen en zouden moeten dragen. Duidelijk is dat deze situatie een negatieve impact heeft op het leven van de kinderen en dat vindt de rechtbank niet in hun belang.
3.6.
Daar komt bij dat het gezamenlijk gezag tot nu toe voor veel problemen heeft gezorgd. De ouders zitten niet op één lijn wat de opvoeding betreft. In het afgelopen jaar moest [minderjarige 1 (voornaam)] bijvoorbeeld een middelbare school kiezen. Dat ging gepaard met veel emoties en spanning voor [minderjarige 1 (voornaam)] , omdat zijn ouders hierover niet op één lijn zaten. [minderjarige 2 (voonraam)] gaat binnenkort ook naar de middelbare school en de rechtbank vreest dat dit opnieuw voor problemen zal zorgen. Dat vindt de rechtbank niet in haar belang. Verder blijkt uit het verzoekschrift van de moeder dat er nog veel meer punten waren waar conflicten over ontstonden, zoals de zorgregeling, toestemmingen voor buitenlandse vakanties, de aanvraag van reisdocumenten voor de kinderen, kleding voor de kinderen, hulpverlening, vaccinaties en het gebruik van de mobiele telefoons.
3.7.
Al vanaf het begin van de ondertoezichtstelling is intensieve hulpverlening ingezet, onder andere vanuit [naam] . Er is geprobeerd om de communicatie en de samenwerking tussen de ouders te verbeteren, met als doel om tot constructieve afspraken te komen over de kinderen. Maar dat is niet gelukt. In plaats van een verbeterde samenwerking en helderheid voor de kinderen, heeft de situatie juist geleid tot een verscherping van conflicten, vooral door aanhoudende weerstand vanuit de vader. De weerstand van de vader tegen zowel de voorgestelde begeleiding als tegen het maken van constructieve afspraken heeft bijgedragen aan het ontstaan van een blijvend conflict. De vader heeft zich regelmatig afwijzend opgesteld tegenover de afspraken en adviezen van de GI of [naam] , waardoor de voortgang van de hulpverlening werd belemmerd of ernstig werd vertraagd. Op dit moment is er geen contact meer tussen de vader en [naam] en met de jeugdbeschermer heeft hij nog slechts één keer per maand telefonisch contact. Dat maakt dat de rechtbank niet de verwachting heeft dat de situatie nog zal veranderen en dat het noodzakelijk is dat de moeder wordt belast met het eenhoofdige gezag. De kinderen hebben het nodig dat er sneller en effectiever beslissingen genomen kunnen worden, zonder dat alle te nemen gezagsbeslissingen leiden tot spanningen en conflicten. De rechtbank hoopt dat de kinderen, maar ook de ouders, hierdoor meer rust, stabiliteit en voorspelbaarheid en minder strijd gaan ervaren. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de moeder in staat is om beslissingen te nemen in het belang van de kinderen als zij met het eenhoofdige gezag wordt belast. De moeder is in staat om de belangen van de kinderen voorop te stellen en zij werkt mee met en staat open voor adviezen van de hulpverlening.
De uitvoerbaarheid bij voorraad
3.8.
De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van de ouders hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de rechtbank geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.
De kosten van deze procedure
3.9.
De rechtbank zal beslissen dat iedere ouder de eigen proceskosten betaalt, omdat zij geen reden ziet om één van de ouders in de proceskosten te veroordelen.
Hierna volgt de beslissing. De rechtbank gebruikt hier de begrippen uit de wet.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
bepaalt dat het gezag over [minderjarige 1 (voornaam)] en [minderjarige 2 (voonraam)] vanaf nu alleen toekomt aan de moeder;
4.2.
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
bepaalt dat de ouders hun eigen proceskosten betalen.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. A.G. Bakker, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. S. Clement, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2025.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 1:253n lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 1:251a lid 1 sub a BW.