Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna te noemen: verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
17 februari 2025.
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- Blanke huidskleur;
- Donkerblond haar tot in zijn nek;
- Opvallend grote flaporen;
- Zwarte pet met rode klep;
- Zwarte bodywarmer;
- Zwarte trui met lange mouwen;
- Donkerblauwe spijkerbroek;
- Grijze schoenen;
- Tatoeages op zijn rechteronderarm.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
9.BENADEELDE PARTIJEN
4, 6 en 13 december 2024 de inhoudelijke behandeling gepland stond. 23 agenten hebben zich in alle strafzaken als benadeelde partij gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. In deze vorderingen zijn geen persoonsgegevens van de agenten opgegeven, maar enkel een zogenoemd T-nummer. Verschillende advocaten van verdachten hebben aangevoerd dat het niet mogelijk is om onder dit T-nummer een vordering tot schadevergoeding in te dienen. Op de eerste zittingsdag heeft de rechtbank bepaald dat zij eerst op dit formele punt zal besluiten, voordat die vorderingen benadeelde partij eventueel inhoudelijk worden besproken.
19 december 2024, de volgende benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard in hun vorderingen: [benadeelde partij 15] , [benadeelde partij 16] , [benadeelde partij 17] , [verbalisant 3] , [benadeelde partij 18] , [benadeelde partij 19] , [benadeelde partij 20] , [benadeelde partij 21] en [benadeelde partij 22] .
1 januari 2011 in de plaats is gekomen van het oude criterium dat de vordering benadeelde partij naar het oordeel van de rechter niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Het nieuwe criterium strekt ertoe dat de strafrechter de civiele vordering zoveel mogelijk inhoudelijk beoordeelt. Uit de wet, wetsgeschiedenis en jurisprudentie komt geen eenduidig beeld naar voren wanneer sprake is van een onevenredige belasting van het strafgeding. Wel komt daaruit naar voren dat daarvan sprake kan zijn wanneer een vordering naar haar inhoud erg ingewikkeld is of een verdere behandeling van de vordering (bijvoorbeeld omdat bewijslevering nodig is) leidt tot vertraging van de strafzaak.
€ 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling. [benadeelde partij 6] zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. [benadeelde partij 6] kan dat deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
frozen shoulder. Vóór de rellen ondervond hij daar bijna geen klachten meer van en kon hij nagenoeg alles weer doen. Door de zware voorwerpen die hij tijdens de rellen op zijn schouder kreeg, zijn de klachten weer in volle hevigheid teruggekomen. In de toelichting staat daarover dat de mobiliteit van [benadeelde partij 11] flink is beperkt en dat hij nauwelijks op zijn linkerschouder kan liggen. Dit zorgt ervoor dat hij in de nacht wakker wordt van de pijn en daardoor niet goed tot rust komt, wat invloed heeft op de rest van de dag.
€ 700,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling. [benadeelde partij 11] zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering. [benadeelde partij 11] kan dat deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
€ 2.000,00 billijk.
€ 350,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling. Voor het overige deel zal [benadeelde partij 12] niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. [benadeelde partij 12] kan dat deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
€ 4.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling. [benadeelde partij 14] zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering. [benadeelde partij 14] kan dat deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
26 mei 2024. De schade is voldoende onderbouwd met taxaties en foto’s. Uit het dossier volgt dat tijdens de bewezen verklaarde openlijke geweldpleging schade is veroorzaakt aan bussen van de Politie. Dit betekent dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de Politie en dat hij verplicht is de schade van de Politie te vergoeden.
14 juni 2024 en een bezoek op 21 juni 2024 in rekening heeft gebracht aan [onderneming 1] . Bij het bezoek op 14 juni 2024 staat “Slagboom AS programmeren. Niet gelukt omdat we niet in besturing komen (IP adres)”. De rechtbank vindt onvoldoende toegelicht waarom dit bezoek nodig was en niet tot resultaat heeft geleid. Daarom zal de rechtbank enkel de kosten ter hoogte van € 481,00 toewijzen, die zien op het bezoek van 21 juni 2024, waar volgens de factuur een werkende slagboom is achtergelaten. De vijfde schadepost betreft € 2.664,20 met als omschrijving “offerte [.] ” en een bijgevoegd overzicht. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit dit overzicht voldoende dat de nieuwe slagboom € 2.664,20 heeft gekost. Dit bedrag zal de rechtbank dan ook toewijzen.
€ 7.838,64 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke.
€ 350,00 passend.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast;
taakstrafvan
140 (honderdvijftig) uren;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- wijst de vordering van € 500,00 aan immateriële schade geheel aan [benadeelde partij 1] toe;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 1] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 1] aan de Staat € 23,81 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 1] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde partij 2]
- wijst de vordering van [benadeelde partij 2] toe tot een bedrag van € 1.100,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 2] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 2] aan de Staat € 52,38 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 2 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 2] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt [benadeelde partij 3] in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde partij 10] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt [benadeelde partij 10] in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 4] toe tot een bedrag van € 750,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 4] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 4] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 4] aan de Staat € 35,71 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 4] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 6] toe tot een bedrag van € 250,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 6] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 6] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 6] aan de Staat € 11,90 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 6] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 7] toe tot een bedrag van € 200,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 7] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 7] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 7] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 7] aan de Staat € 9,52 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 7] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 8] toe tot een bedrag van € 550,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 8] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 8] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 8] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 8] aan de Staat € 26,19 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 8] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 9] toe tot een bedrag van € 600,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 9] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 9] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 9] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 9] aan de Staat € 28,57 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 9] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 11] toe tot een bedrag van € 700,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 11] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 11] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 11] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 11] aan de Staat € 33,33 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 11] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 13] toe tot een bedrag van € 650,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 13] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 13] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 13] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 13] aan de Staat € 30,95 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 13] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 5] toe tot een bedrag van € 2.350,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 5] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 5] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 5] aan de Staat € 111,90 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 5 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 5] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 12] toe tot een bedrag van € 350,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 12] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 12] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 12] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 12] aan de Staat € 16,67 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 12] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 14] toe tot een bedrag van € 4.500,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde partij 14] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde partij 14] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [benadeelde partij 14] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 14] aan de Staat € 214,29 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 5 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 14] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van Politie Midden-Nederland toe tot een bedrag van € 34.061,81 aan materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Politie Midden-Nederland van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart Politie Midden-Nederland voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door Politie Midden-Nederland gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [onderneming 1] B.V. toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [onderneming 1] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [onderneming 1] B.V. voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [onderneming 1] B.V. gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [onderneming 2] B.V. toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [onderneming 2] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [onderneming 2] B.V. voor wat betreft het bedrag van
- wijst de vordering voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door [onderneming 2] B.V. gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde partij 21] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van [benadeelde partij 21] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 21] aan de Staat € 16,67 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 21] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde partij 22] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van [benadeelde partij 22] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 22] aan de Staat € 16,67 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 22] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde partij 16] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van [benadeelde partij 16] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 16] aan de Staat € 23,81 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 22] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde partij 19] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van [benadeelde partij 19] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 19] aan de Staat € 16,67 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 19] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde partij 17] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van [benadeelde partij 17] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 17] aan de Staat € 16,67 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 17] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde partij 20] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van [benadeelde partij 20] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 20] aan de Staat € 16,67 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 20] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [verbalisant 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van [verbalisant 3] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [verbalisant 3] aan de Staat € 16,67 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [verbalisant 3] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde partij 15] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van [benadeelde partij 15] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 15] aan de Staat € 9,52 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 15] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde partij 18] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van [benadeelde partij 18] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 18] aan de Staat € 16,67 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [benadeelde partij 18] dan wel aan de Staat heeft vergoed.