In deze zaak heeft de kantonrechter op 26 september 2025 uitspraak gedaan over de onrechtmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst van verzoeker, die als chauffeur werkzaam was bij verweerster. Verzoeker had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, maar verweerster heeft deze op 2 juni 2025 per direct opgezegd zonder geldige reden. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat er geen instemming van verzoeker was en er ook geen dringende reden was voor de opzegging. Verzoeker heeft recht op een billijke vergoeding van € 3.000,00 en een gefixeerde schadevergoeding van € 4.435,86 voor de onregelmatige opzegging. Daarnaast heeft de kantonrechter vastgesteld dat verzoeker recht heeft op € 3.499,64 aan achterstallig loon over de periode van januari tot en met mei 2025, inclusief een wettelijke verhoging van 20%. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van verzoeker toegewezen, omdat verweerster overwegend ongelijk heeft gekregen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat verweerster de veroordelingen moet uitvoeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.