Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 september 2025 in de zaak tussen
[eiser sub 1], uit [woonplaats] ,
[eiser sub 2], uit [woonplaats] ,
[eiser sub 3], uit [woonplaats] , en
[eiser sub 4], uit [woonplaats] ,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Almere, wordt het beroep van eisers tegen de omgevingsvergunning voor het bouwen van een tijdelijk schoolgebouw en aanverwante bouwwerken aan de [adres] in Zeewolde beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde de omgevingsvergunning terecht heeft verleend. De vergunning heeft een instandhoudingstermijn tot 19 november 2025 en is verleend onder toepassing van de kruimelgevallenregeling, die tijdelijke afwijkingen van het bestemmingsplan mogelijk maakt. De rechtbank volgt het college in de overweging dat de door eisers aangedragen alternatieven geen gelijkwaardig resultaat opleveren met aanmerkelijk minder bezwaren. Ook de extra verkeersbewegingen die het project met zich meebrengt, zijn volgens de rechtbank niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank wijst de beroepsgrond van eisers over stikstofdepositie af op basis van het relativiteitsvereiste, omdat de normen uit de Wet Natuurbescherming niet strekken tot bescherming van hun belangen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en de omgevingsvergunning in stand blijft.