In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 10 januari 2024 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 9 januari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft op 6 november 2024 beroep ingesteld, nadat verweerder in gebreke was gesteld op 9 augustus 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. Verweerder is opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit op bezwaar bekend te maken. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50 en moet het betaalde griffierecht van € 51,- aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de partijen.