In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 25 augustus 2025, wordt de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats] om aan eiseres een omgevingsvergunning te verlenen voor tijdelijke perifere detailhandel beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van detailhandel op het bedrijventerrein [bedrijventerrein] in [plaats]. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag niet voldoet aan het gemeentelijke en provinciale detailhandelsbeleid, omdat niet is aangetoond dat het gebruik in overeenstemming is met de geldende regels. De rechtbank concludeert dat het college de omgevingsvergunning terecht heeft geweigerd, omdat de aanvraag niet specifiek genoeg was en niet voldeed aan de voorwaarden voor perifere detailhandel. Eiseres had eerder wel een vergunning gekregen, maar de rechtbank stelt vast dat de huidige aanvraag wezenlijk verschilt van de vorige, omdat deze niet voldoet aan de vereisten van oppervlakte neutraal gebruik. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.