In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 4 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 25 april 2024 bezwaar gemaakt en de Dienst Toeslagen was in gebreke gesteld op 8 oktober 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres terecht beroep had ingesteld. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen, met een uiterste datum van 8 augustus 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn overschreden wordt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Dienst Toeslagen worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.