ECLI:NL:RBMNE:2025:415

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 februari 2025
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
11290356 \ MC EXPL 24-5653
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur en tegenvordering wegens onrechtmatig handelen

In deze civiele procedure vordert Alektum Capital II AG betaling van € 91,75 van [gedaagde], die volgens Alektum kleding heeft besteld bij Zara en de factuur van Klarna niet heeft betaald. [gedaagde] betwist de bestelling en verwijst naar mededelingen van Klarna over misbruik door een derde. [gedaagde] vordert op haar beurt € 2.250,00 aan schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen van Alektum. De kantonrechter heeft op 12 februari 2025 geoordeeld dat Alektum onvoldoende bewijs heeft geleverd dat [gedaagde] de bestelling heeft geplaatst. De vordering van Alektum is afgewezen, en [gedaagde] is in het gelijk gesteld. De rechter oordeelt dat Alektum misbruik van procesrecht heeft gemaakt door de procedure voort te zetten, ondanks de duidelijke mededelingen van Klarna dat [gedaagde] niet betalingsplichtig was. Alektum wordt veroordeeld tot betaling van € 900,00 aan schadevergoeding aan [gedaagde] en moet de proceskosten vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 11290356 \ MC EXPL 24-5653
Vonnis van 12 februari 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ALEKTUM CAPITAL II AG,
te Zug (Zwitserland),
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Alektum,
gemachtigde: R. Slagman, gerechtsdeurwaarder,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.Samenvatting

Alektum vordert in deze procedure betaling van € 91,75 plus rente en kosten. Zij stelt dat [gedaagde] voor dit bedrag kleding heeft besteld bij Zara en de daaropvolgende factuur van Klarna onbetaald heeft gelaten. [gedaagde] betwist de bestelling te hebben gedaan. Zij verwijst daarvoor naar mededelingen van Klarna over misbruik door een derde. [gedaagde] vindt dat Alektum onrechtmatig heeft gehandeld dan wel misbruik heeft gemaakt van procesrecht door de procedure aanhangig te maken dan wel voort te zetten. Zij vordert daarom € 2.250,00 aan gederfde inkomsten. Alektum betwist daarvoor aansprakelijk te zijn.
Het gelijk ligt grotendeels bij [gedaagde] .

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 augustus 2024
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 10 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Alektum is op de mondelinge behandeling vertegenwoordigd door mr. J.O. Hovinga, advocaat te Leeuwarden. Hij heeft waargenomen voor de gemachtigde van Alektum. [gedaagde] is eveneens verschenen.
2.3.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis zal worden afgesproken.

3.De feiten

3.1.
Op 1 april 2021 is bij Zara Nederland B.V. (hierna: Zara) onder bestelnummer [bestelnummer] online een bestelling geplaatst van een vijftal kledingstukken voor een totaalbedrag van € 91,75. Er is gekozen voor achterafbetaling via Klarna Bank AB (hierna: Klarna).
3.2.
[gedaagde] heeft in mei 2021 een aanmaning ontvangen van Klarna. De aanmaning is gericht aan ‘ [....] [gedaagde] ’. Het adres dat op de aanmaning staat vermeld is het adres van [gedaagde] .
3.3.
In de aanmaning staat voor zover relevant:

Beste [....] [gedaagde] ,
Deze vordering hoort bij een bestelling die je hebt gedaan bij [naam] .[Zara, ktr.]
We hebben je in een eerdere herinnering gevraagd om de factuur voor deze bestelling te betalen. Dit is niet gebeurd en daarom zijn er herinneringskosten in rekening gebracht. We willen je verzoeken om het bedrag van € 105,25 zo snel mogelijk over te maken op rekeningnummer [rekeningnummer] onder vermelding van de betalingsomschrijving.”
3.4.
[gedaagde] heeft op 21 mei 2021 telefonisch contact opgenomen met Klarna en gezegd dat zij niets bij Zara had besteld. [A] , een medewerker van Klarna, heeft toen gezegd dat [gedaagde] uit het systeem zou worden gehaald omdat haar voornaam, geboortedatum, e-mailadres en telefoonnummer niet overeenkwamen met de gegevens van de bestelling waarop de aanmaning zag. Ook vertelde [A] dat de bestelde goederen niet op het adres van [gedaagde] waren bezorgd, maar op een andere plek. Verder deelde [A] mee dat [gedaagde] eventuele toekomstige rekeningen over deze bestelling kon negeren.
3.5.
Alektum heeft [gedaagde] op 7 augustus 2024 gedagvaard en betaling gevorderd van de onder 3.1 bedoelde bestelling.
3.6.
[gedaagde] heeft toen contact opgenomen met de gemachtigde van Alektum.
3.7.
Op 12 augustus 2024 heeft Klarna (Bank AB) [gedaagde] een e-mail gestuurd. Daarin staat voor zover relevant:

Beste [gedaagde] ,
Bedankt dat u wederom contact met ons heeft opgenomen over de brieven die u van ons heeft ontvangen op uw adres.
Tijdens eerder telefonisch consult hebben we geconstateerd dat er iemand misbruik heeft gemaakt van uw achternaam en adresgegevens als factuuradres.
Het afleveradres komt ook niet overeen met uw woonadres! Tevens werd er een
telefoonnummer en e-mailadres gebruikt dat u niet toebehoort.
Omdat we in dit geval niet kunnen spreken van identiteitsfraude, de overige gegevens zoals voornaam en geboortedatum komen immers niet overeen met uw gegevens, hebben wij u destijds geadviseerd de factuur te negeren. Volgens Klarna is er vanwege bovenstaande reden dan ook geen betalingsplicht voor u.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en wensen u een prettige dag.
3.8.
[gedaagde] heeft de gemachtigde van Alektum hierna op dezelfde dag een e-mail gestuurd met als onderwerp ‘Klarnabevestiging niet betalingsplichtig’. Daarin staat onder meer:

Beste,
Zojuist gesproken met een van uw medewerkers naar aanleiding van een dagvaarding die ik vorige week heb ontvangen (dossier nummer [.] , betreft beweerdelijke vordering van Alektum Capital II AG op ondergetekende).
Ik heb nooit iets bij de Zara besteld, laat staan via afbetalingsconstructie Klarna. Betreffende producten heb ik ook nooit ontvangen.
Bij de dagvaarding zit geen enkele productie waaruit blijkt dat ik de betreffende producten heb besteld en/of geleverd heb gekregen.
Een aantal jaar geleden heb ik een aanmaning via Klarna ontvangen (betreffende dezelfde/soortgelijke producten die in een van de producties bij dagvaarding staan omschreven). Ik heb toen contact opgenomen met Klarna. Zij zijn alles nagegaan en hebben bevestigd dat ik niet betalingsplichtig ben, ik niet hoef te betalen en ik verdere eventuele aanmaningen kon negeren. Ik zou uit het systeem worden gehaald. Zojuist bevestigde een andere medewerker van Klarna mij eea, zie onderstaande mail.[de e-mail bedoeld onder 3.7., ktr]
Het is ronduit schandalig dat u de feiten niet verifieert en op die manier mensen de stuipen op het lijf jaagt. Zo heeft u de feiten (zie bovenstaand) niet geverifieerd bij uw opdrachtgever, geboortedatum schijnt niet te kloppen, evenals telefoonnummer en naam. Producten zijn niet op mijn woonadres afgeleverd (althans geen enkel bewijs dat dit is gebeurd). Toevallig ben ik juridisch goed onderlegd maar dat geldt niet voor iedereen in NL.
Ik ontvang graag ommegaand uw schriftelijke bevestiging dat u de dagvaarding niet zult aanbrengen en dat de vermeende vordering als ingetrokken kan worden beschouwd. Excuses voor het ongemak zouden verder op zijn plaats zijn. Mocht u besluiten de procedure door te zetten, dan behoud ik mij alle rechten voor. Ondermeer het recht om een reconventionele vordering in te dienen onder andere in verband met de tijd die ik alsdan aan deze kwestie moet besteden. Normaal gesproken werk ik tegen een uurtarief van € 300 ex btw. Ik zal dat uurtarief als uitgangspunt nemen voor de in te dienen vordering.
Ik verneem gaarne.
3.9.
De gemachtigde van Alektum heeft [gedaagde] op 16 augustus 2024 bericht dat Alektum graag een aangifte identiteitsfraude van [gedaagde] ontvangt.
3.10.
[gedaagde] heeft hierop gereageerd dat zij geen aangifte zal doen omdat volgens haar en Klarna geen sprake is van identiteitsfraude. Zij heeft nogmaals verzocht de procedure in te trekken. Dat heeft Alektum niet gedaan.
3.11.
[gedaagde] is van beroep advocaat.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
Alektum vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 91,75, vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
Alektum legt verkort weergegeven aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] voor een bedrag van € 91,75 kleding heeft besteld op de website van Zara, heeft gekozen voor achteraf betalen via Klarna, dat de kleding is geleverd, [gedaagde] de factuur van Klarna ondanks herinneringen en aanmaningen niet heeft betaald en dat Klarna haar vordering op [gedaagde] aan Alektum heeft gecedeerd.
4.3.
[gedaagde] voert verweer. Zij betwist de kleding te hebben besteld. Zij concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van Alektum in de proceskosten.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.5.
[gedaagde] vordert – samengevat – te verklaren voor recht dat Alektum onrechtmatig heeft gehandeld, althans misbruik heeft gemaakt van procesrecht en om Alektum te veroordelen een schadevergoeding € 2.250,00 aan schadevergoeding voorwaardelijk te vermeerderen met wettelijke rente.
4.6.
Zij legt hieraan – samengevat – het volgende ten grondslag. De vordering is evident ongegrond. Alektum had dat ook kunnen weten door op deugdelijke wijze navraag te doen bij Klarna. Dan had Klarna haar kunnen informeren dat [gedaagde] niet betalingsplichtig was. Alektum, althans haar gemachtigde is na het uitbrengen van de dagvaarding ook op de hoogte gebracht van dit standpunt van Klarna, maar is desondanks toch doorgegaan met de procedure.
4.7.
Alektum voert verweer. Alektum concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagde] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde] , met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
De vordering van Alektum wordt afgewezen
5.1.
De vordering van Alektum zal worden afgewezen. [gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat zij de bestelling à € 91,75 bij Zara heeft gedaan en gewezen op de mededelingen van Klarna dat [gedaagde] voor die bestelling niet betalingsplichtig was. Alektum had daarom haar stellingen nader moeten onderbouwen. Dat heeft zij niet gedaan. Alektum heeft niet weersproken dat de voornaam, het e-mailadres, het geboortejaar en telefoonnummer die bij de bestelling zijn opgegeven niet die van [gedaagde] zijn. Evenmin heeft Alektum weersproken dat de bestelde kleding niet op het adres van [gedaagde] is afgeleverd.
5.2.
Verder is niet in geschil dat ook Klarna heeft verklaard dat sprake is van misbruik van (enkele) gegevens van [gedaagde] door een derde en [gedaagde] de bestelling dus niet heeft gedaan. Namens Alektum is op de zitting nog het standpunt ingenomen dat de berichten van Klarna afkomstig zijn van een ‘secretaresse’, die zo begrijpt de kantonrechter, volgens Alektum kennelijk niet bevoegd is zoiets te verklaren. Maar daar gaat de kantonrechter niet in mee. De e-mail van 12 augustus 2024 is afkomstig van de veiligheidsafdeling van Klarna. De e-mail bevestigt ook de niet door Alektum betwiste inhoud van het eerdere telefonisch contact tussen [gedaagde] en medewerker [A] van Klarna in 2021.
5.3.
Conclusie is dat Alektum onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat [gedaagde] op 1 april 2021 voor € 91,75 kleding bij Zara heeft besteld. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen. De vordering van Alektum zal daarom bij gebrek aan feitelijke grondslag worden afgewezen. Dit geldt ook voor de door Alektum gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Alektum moet € 50,00 aan reis-, verblijf en verletkosten aan [gedaagde] betalen
5.4.
Alektum is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. [gedaagde] procedeert in persoon en heeft daarom geen recht op vergoeding voor het salaris van een gemachtigde. Zij wel is op de mondelinge behandeling verschenen. Daarom kent de kantonrechter haar een door Alektum te vergoeden forfaitair bedrag toe van € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten. De nakosten worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
in reconventie
Toetsingskader
5.5.
[gedaagde] stelt dat Alektum onrechtmatig heeft gehandeld dan wel misbruik heeft gemaakt van procesrecht door in rechte betaling te vorderen van de op 1 april 2021 bij Zara geplaatste bestelling, althans door die procedure niet tijdig in te trekken nadat dat zij Alektum op de hoogte had gesteld van het standpunt van Klarna.
5.6.
Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure, zoals door [gedaagde] gesteld, past terughoudendheid. Dat komt omdat het recht op toegang tot de rechter mede gewaarborgd wordt door art. 6 EVRM. Van onrechtmatig handelen of misbruik van procesrecht is pas sprake als het instellen van een vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan pas sprake zijn als de eisende partij zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. [1] Hiervan is naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval sprake.
Het uitbrengen van de dagvaarding was niet onrechtmatig
5.7.
Alektum heeft niet onrechtmatig gehandeld door een dagvaarding uit te brengen in verband met de vordering waarvan Alektum meent dat Klarna die aan haar heeft gecedeerd. Kennelijk is er in dit geval bij de cessie iets misgegaan en is ondanks de mededelingen van Klarna de vordering niet uit haar systeem gehaald. Maar Alektum hoefde niet zonder meer op het moment van cessie al na te gaan of die vordering bestond of hoe Klarna zelf tegenover die vordering stond.
Maar Alektum had de procedure voor antwoord moeten intrekken
5.8.
Alektum had nadat [gedaagde] haar kort na het uitbrengen van de dagvaarding op de hoogte had gesteld van de concrete mededelingen van Klarna over die vordering ófwel een nadere verklaring van Klarna in het geding had moeten brengen waaruit blijkt dat deze mededelingen onterecht zijn gedaan ofwel de procedure tijdig moeten intrekken. Die mededelingen van Klarna komen er namelijk op neer dat [gedaagde] niet betalingsplichtig was omdat ook volgens Klarna sprake was van misbruik door een derde. [gedaagde] mocht op grond van die mededelingen er gerechtvaardigd op vertrouwen dat tegen haar geen vordering (meer) zou worden ingesteld over de onder 3.1 bedoelde bestelling.
5.9.
Alektum heeft niet aangevoerd dat zij alsnog navraag heeft gedaan bij Klarna. Op de mondeling behandeling is door mr. Hovinga enkel toegelicht dat hij daar niet mee bekend is. Door onder die omstandigheden de procedure dan toch voort te zetten en te persisteren in de vordering heeft Alektum misbruik van procesrecht gemaakt en in zoverre onrechtmatig tegenover [gedaagde] gehandeld.
5.10.
Alektum heeft nog aangevoerd dat [gedaagde] voordat zij is gedagvaard tweemaal schriftelijk door haar is aangemaand om te betalen en toen geen contact met Alektum heeft opgenomen. [gedaagde] heeft weersproken die aanmaningen te hebben ontvangen. Dus de ontvangst van die aanmaningen staat niet vast. Maar ook als zij die aanmaningen wél zou hebben ontvangen, dan mocht [gedaagde] die aanmaningen negeren. Dat had Klarna haar immers meegedeeld. Ook het niet doen van aangifte door [gedaagde] is bij deze stand van zaken onvoldoende reden om te concluderen dat Alektum de procedure toch had mogen doorzetten.
5.11.
Anders dan Alektum lijkt te menen rust er geen verplichting op [gedaagde] om aangifte te doen. Tegen de achtergrond van de verklaringen van Klarna bestond daarvoor ook geen aanleiding. Overigens heeft [gedaagde] ter zitting nog onweersproken toegelicht dat zij over de kwestie contact heeft opgenomen met de politie en haar toen is meegedeeld dat de politie geen aangifte zou opnemen omdat de politie daar niets mee kan.
Deze omstandigheden zijn dus geen reden om te oordelen dat toch geen sprake is van misbruik van procesrecht.
Conclusie is dat Alektum misbruik heeft gemaakt van procesrecht. De door [gedaagde] gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
Alektum moet [gedaagde] € 900,00 aan schadevergoeding betalen
5.12.
[gedaagde] vordert op grond van dit misbruik van procesrecht een schadevergoeding van € 2.250,00. [gedaagde] stelt dat zij vanaf het ontvangen van de dagvaarding tot en met het opstellen van de conclusie van antwoord 7,5 uur aan de zaak heeft besteed. [gedaagde] stelt dat zij in die tijd als advocaat met een uurtarief van € 300,00 voor € 2.250,00 aan declarabele uren had kunnen schrijven. Op de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] toegelicht een eigen advocatenkantoor te hebben. Volgens Alektum is het uurtarief exorbitant hoog en moet van een lager tarief worden uitgegaan. Verder betwist zij dat [gedaagde] de gestelde 7,5 uur anders tegen een tarief van € 300,00 had kunnen declareren en plaatst zij ook vraagtekens bij de hoeveelheid tijd die [gedaagde] stelt aan deze zaak te hebben gespendeerd.
5.13.
Alektum heeft onvoldoende betwist dat [gedaagde] in haar advocatenpraktijk een uurtarief hanteert van € 300,00. Dit tarief is ook niet onredelijk hoog. [gedaagde] heeft de door haar bestede tijd concreet toegelicht en uitgelegd hoeveel tijd zij waaraan heeft besteed. De kantonrechter begroot de schade van [gedaagde] aan inkomstenderving schattenderwijs op € 900,00 (3 uur x een uurtarief van € 300,00 exclusief btw). Dat bedrag moet Alektum aan [gedaagde] betalen, te vermeerderen met wettelijke rente op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
De proceskosten worden begroot op € 0,00.
5.14.
Alektum is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op € 0,00. [gedaagde] procedeert in persoon en heeft daarom geen recht op vergoeding voor het salaris van een gemachtigde. Zij is op de mondelinge behandeling verschenen, maar in conventie is daarvoor al een forfaitaire vergoeding van € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten toegekend. Daarom zal de kantonrechter dat in reconventie niet doen. In conventie zijn voorwaardelijk de eventuele kosten van betekening van het vonnis toegewezen. Daarom zal de kantonrechter dat in reconventie niet meer doen.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt Alektum in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Alektum niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 6.2 genoemde beslissing uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.4.
verklaart voor recht dat Alektum misbruik heeft gemaakt van procesrecht,
6.5.
veroordeelt Alektum om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 900,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW als deze hoofdsom niet vóór 27 februari 2025 is betaald,
6.6.
veroordeelt Alektum in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op: € 0,00,
6.7.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 6.5 genoemde beslissing uitvoerbaar bij voorraad,
6.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. B.G.W.P. Heijne en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2025.

Voetnoten

1.Arrest van de Hoge Raad van 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828, r.o. 5.1.