Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , de heffingsambtenaar
Inleiding
11 juli 2023 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.
Beoordeling door de rechtbank
1 januari 2022. Eiser bepleit in beroep een lagere waarde van € 905.000,-. De heffingsambtenaar handhaaft in beroep niet langer de vastgestelde waarde en heeft de WOZ-waarde nader vastgesteld op € 963.000,-.
€ 963.000,-. Nu de heffingsambtenaar de door hem in de beschikking vastgestelde waarde niet langer handhaaft, is het beroep gegrond en moet de uitspraak op bezwaar in zoverre worden vernietigd. Omdat eiser ook de door de heffingsambtenaar in beroep verdedigde waarde van € 963.000,- bestrijdt, zal de rechtbank beoordelen of de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat deze waarde niet te hoog is.
- [adres 2] , verkocht op 1 maart 2022 voor € 750.000,-;
- [adres 3] , verkocht op 2 mei 2022 voor € 901.000,-; en
- [adres 4] , verkocht op 14 januari 2022 voor € 900.000,-.
[adres 5] , [adres 6] , [adres 7] en [adres 8] . Volgens eiser zijn dit vergelijkbare nabijgelegen woningen met eenzelfde dan wel groter perceel, waarbij een lagere WOZ-waarde is vastgesteld. Volgens eiser is daarom de WOZ-waarde van zijn woning te hoog vastgesteld.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- Verklaart het beroep gegrond;
- Vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- Verlaagt de WOZ-waarde van de woning [adres 1] in [woonplaats] naar
- Bepaalt dat de aanslag onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig wordt verminderd;
- Draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiser te vergoeden.
mr.D. Burggraaf, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2025.