Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De kern van de zaak
2.De procedure
- de dagvaarding (met 14 producties) van 10 juni 2025;
- de conclusie van antwoord (met 4 producties);
- de akte overlegging producties (15-17) van [eiser] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiser in kort geding de veroordeling van gedaagde tot nakoming van een eindvonnis dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Gedaagde weigert mee te werken aan de nakoming, omdat hij meent dat er sprake is van een kennelijke misslag in het eindvonnis. De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde onvoldoende feiten heeft aangevoerd om deze claim te onderbouwen en dat hij het eindvonnis moet nakomen. De zaak betreft een geschil tussen twee broers over de verdeling van een vakantiewoning en een perceel water. De rechtbank heeft eerder in een bodemprocedure beslist dat de woning in Marbella moet worden verdeeld en dat gedaagde een deel van de overwaarde aan eiser moet vergoeden. Gedaagde heeft in een verzoek om verbetering van het eindvonnis gesteld dat er een misslag is, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat dit niet het geval is. De voorzieningenrechter bevestigt dat vonnissen nagekomen moeten worden en dat de uitvoerbaar bij voorraadverklaring niet kan worden aangetast. Gedaagde wordt veroordeeld tot nakoming van het eindvonnis binnen een week na het kortgedingvonnis, en de proceskosten worden aan eiser toegewezen.