ECLI:NL:RBMNE:2025:4017

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
29 juli 2025
Zaaknummer
11308851 \ AC EXPL 24-2286 VL/58599
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststellen voorschot deskundige in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 juli 2025 een tussenuitspraak gedaan over het vaststellen van een voorschot voor een deskundige. De zaak betreft een geschil tussen twee partijen, aangeduid als eiseres sub 1 c.s. en gedaagde sub 1 c.s., waarbij de eiseres wordt vertegenwoordigd door mr. M. Blok en de gedaagde door mr. M.K.W. van den Berg. De procedure is voortgekomen uit eerdere uitspraken, waaronder een tussenvonnis van 18 juni 2025, waarin de heer ing. E.P.G. Borgers als deskundige is benoemd. De partijen hebben de mogelijkheid gekregen om hun standpunten over het voorschot te delen, maar de eiseres heeft geen bericht gestuurd, terwijl de gedaagde zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter.

De kantonrechter heeft het voorschot vastgesteld op € 6.045,00, inclusief 21% btw, en heeft de verplichtingen van de partijen uiteengezet. De partijen zijn wettelijk verplicht om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en moeten ervoor zorgen dat zij de deskundige toegang geven tot noodzakelijke plaatsen en informatie. De deskundige moet binnen vier maanden na de betaling van het voorschot een schriftelijk rapport indienen, waarin ook de opmerkingen van de partijen worden verwerkt. De zaak zal op 28 januari 2026 opnieuw op de rol komen, afhankelijk van de betaling van het voorschot en de voortgang van het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 11308851 \ AC EXPL 24-2286 VL/58599
Vonnis van 16 juli 2025
in de zaak van

1.[eiseres sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eiseres sub 1] c.s.,
gemachtigde: mr. M. Blok,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats 2] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde sub 1] c.s.,
gemachtigde: mr. M.K.W. van den Berg.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 18 juni 2025;
  • de akte uitlaten voorschot deskundige van [gedaagde sub 1] c.s. van 30 juni 2025.
1.2.
Daarna heeft de kantonrechter bepaald dat er een vonnis zal worden gewezen.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 18 juni 2025, welk vonnis als bijlage aan dit vonnis is gehecht. Daarin heeft de kantonrechter onder meer de heer ing. E.P.G. Borgers benoemd als deskundige en de definitieve vraagstelling geformuleerd. Partijen hebben zich vervolgens bij akte kunnen uitlaten over het de hoogte van het voorschot. In dit vonnis zal de kantonrechter het voorschot vaststellen.
Definitief voorschot
2.2.
Van [eiseres sub 1] c.s. heeft de kantonrechter geen bericht ontvangen en [gedaagde sub 1] c.s. refereren zich aan het oordeel van de kantonrechter. De kantonrechter stelt het voorschot daarom vast op de kostenbegroting zoals deze door de aangezochte deskundige is gemaakt:

urenindicatie voor het bestuderen van de dossiers, 4-6 uur

urenindicatie voor de reistijd, bespreking en het onderzoek ter plaatse, 4-6 uur

urenindicatie voor het opstellen van een (concept)deskundigenbericht, 8-12 uur
• de bovenstaande geraamde uren zijn uitwisselbaar

via nacalculatie tegen € 235,--. per uur incl. B.T.W.
• administratiekosten € 350,--.
• reistijd wordt tegen het uurtarief doorbelast.

reiskosten worden tegen € 0,45 per km doorberekend (incl. 21% B.T.W.)

het voorschot wordt als zodanig begroot op € 6.045,00 all-in (incl. 21% BTW).
Verdere verplichtingen van partijen
2.3.
De kantonrechter wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De kantonrechter zal deze verplichting uitwerken zoals hierna onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de kantonrechter daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.4.
Als een partij op verzoek van de deskundige of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige toestuurt, moet zij daarvan direct een afschrift aan de wederpartij verstrekken.
2.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
het voorschot
3.1.
bepaalt dat het voorschot, zoals omschreven onder 2.2, wordt vastgesteld op € 6.045,00 inclusief 21% btw;
3.2.
bepaalt dat [eiseres sub 1] c.s. het voorschot moeten overmaken
binnen twee wekenna de datum van de nog te ontvangen nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak;
3.3.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot;
het onderzoek
3.4.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden;
3.5.
bepaalt dat [eiseres sub 1] c.s. het procesdossier in afschrift aan de deskundige moeten toesturen;
3.6.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats;
3.7.
wijst de deskundige erop dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken én van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (beide te raadplegen op www.rechtspraak.nl);
  • de deskundige het onderzoek pas begint na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot;
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk staakt en contact opneemt met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
  • de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht vermeldt of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken;
3.8.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken als de deskundige daarom vraagt, de deskundige toegang moeten verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid moeten geven om het onderzoek te verrichten;
het schriftelijk rapport
3.9.
draagt de deskundige op om uiterlijk vier maanden na het schriftelijk bericht van de griffier over de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, met een gespecificeerde declaratie;
3.10.
wijst de deskundige erop dat:
  • uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, waarna partijen de gelegenheid krijgen om binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden;
3.11.
bepaalt dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
overige bepalingen
3.12.
bepaalt dat de zaak op de rol zal komen van
woensdag 28 januari 2026;
3.13.
draagt de griffier op om de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • als het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen van beide partijen op een termijn van twee weken, of
  • na ontvangst ter griffie van het rapport: voor conclusie na deskundigenbericht;
3.14.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. Werner en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025.