4.3.1Bewijsmiddelen
Feit 1, feit 3 en feit 5
Verdachte heeft de onder 1, 3 en 5 ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de door haar gebruikte bewijsmiddelen, namelijk:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2025;
- een proces-verbaal van bevindingen van 7 augustus 2023;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2025;
- een proces-verbaal van verhoor verdachte van 29 september 2024;
- een proces-verbaal van bevindingen van 7 augustus 2023;
- een proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2024;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2025;
- een proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2024;
- een geschrift, te weten een patiëntendossier van [dierenarts] dierenarts over hond Pientje, opgemaakt door [verbalisant 1] ;
- een geschrift, te weten een patiëntendossier van [dierenarts] dierenarts over hond Baby, opgemaakt door [verbalisant 1] .
Een proces-verbaal van bevindingen van 9 augustus 2023, met fotobijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 4 augustus 2023 ging ik naar de [adres] te [woonplaats] . De bewoner van de woning was [verdachte] . Ik vroeg hoeveel hondjes [verdachte] had. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat ze vier hondjes had.Ik kreeg één paspoort. Ik zag dat hierin de volgende gegevens stonden:
Gegevens eigenaar: [verdachte] wonend op de [adres] [woonplaats] .
Gegevens hond: Naam: zonder stip, soort: hond, ras: Maltezer, teefje, geboren 12 juni
2019 voorzien van chipnummer [chipnummer] .
Ik zag dat het hondje op 24 september 2019 naar de dierenarts was geweest. Ik zag dat het hondje was ingeënt met Nobivac Parvo-C en Nobivac L4. Ik zag dat het advies van de dierenarts was om deze inenting te herhalen over drie weken. Ik zag dat het hondje hierna nooit meer bij een dierenarts was geweest.
Ik zag dat drie hondjes erg lange nagels hadden.
Ik zag dat de opslaghouder ter plaatse kwam om de hondjes op te halen. Ik vroeg aan
de opslaghouder of hij de hondjes direct naar een dierenarts kon brengen.
Goednummer PL0900-2023235541-3201933: 4 volwassen honden, 1 mannetje en 3 vrouwtjes en 2 puppies.
Ik zag dat de vacht van een hondje vies was.
Een proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2023:
Naar aanleiding van vier volwassen honden en twee puppies, welke op 4 augustus 2023,
in beslag waren genomen had ik medische verklaringen ontvangen vanuit een dierenarts.
Ik zal de originele medische verklaringen bij dit proces-verbaal van bevindingen
voegen.
Goednummer PL0900-2023235541-3201933.
Een geschrift, te weten een medische verklaring van de dierenarts over hond 1, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum en tijdstip onderzoek: 05-08-2023 12:07
Naam: DR1596 Hond 1
DierSoort: Hond
Ras: Maltezer reu
Redenen onthouding zorg:
Te lange nagels veroorzaken pijn en of bemoeilijken bij het lopen.
Er is sprake van veel tandsteen en of tandvleesontsteking. Dit zorgt voor pijn vooral bij eten.
Is er sprake van onthouding zorg?:
Ja, dit is zeker het geval.
Een geschrift, te weten een medische verklaring van de dierenarts over hond 4, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum en tijdstip onderzoek: 06-08-2023 09:23
Naam: DR1596 Hond 4
DierSoort: Hond
Ras: Maltezer
Het feit dat de vacht vuil is en hieraan niets is gedaan getuigt van onthouding van zorg.
Redenen onthouding zorg:
Te lange nagels veroorzaken pijn en of bemoeilijken bij het lopen.
Er is sprake van veel tandsteen en of tandvleesontsteking. Dit zorgt voor pijn vooral bij eten.
Is er sprake van onthouding zorg?:
Ja, dit is zeker het geval.
Een geschrift, te weten een patiëntendossier van [dierenarts] dierenarts over hond Baby, opgemaakt door [verbalisant 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Hond Baby, Maltezer teef.
25-01-2021
Advies bloedoz + prevomax. Mevr wilde geen prevomax.
Een geschrift, te weten een patiëntendossier van [dierenarts] dierenarts over hond Pluto, opgemaakt door [verbalisant 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Hond Pluto, Maltezer, reu
04-08-2020
Medicatie is niet opgehaald. Was helaas wel echt belangrijk dus alsnog geven.
05-08-2020
Medicatie moet opgehaald worden. Nog steeds niet gedaan. Als arts benadrukken dat het erg belangrijk is.
15-08-2020
Eig komt vandaag de meds ophalen. 16:64 nog niemand gezien, dus gebeld om te vragen of het vandaag nog zou lukken maar VM MBA.
Een proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik had bij twee verschillende dierenklinieken gegevens gevorderd omtrent de
patiëntendossiers van alle dieren van [verdachte] .
Dossier Pluto:
Nergens medicatie opgehaald. Dierenarts heeft meerdere keren gebeld om aan te geven hoe belangrijk de medicatie is voor de genezing.
Feit 4
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat er poep onder het bed ligt. Dat ligt er nu nog. Ik ga niet onder het bed kijken of zo’n klein hummeltje daar gepoept heeft.
Een proces-verbaal van bevindingen van 9 augustus 2023, met fotobijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 4 augustus 2023 liep ik de woning in op de [adres] in [woonplaats] . Ik rook een sterke ammoniak lucht. Ik zag dat er op de vloer ontlasting lag. Ik zag dat er verschillende drollen lagen. Ik zag dat er opgedroogd plas en ‘vers’ plas lag.
Ik zag dat er een klein wit hondje in de bench zat. Ik zag dat er een deken met opgedroogd bloed en vers bloed in de bench lag.
Ik zag dat de tuin vervuild was en er overal ontlasting in de tuin lag. Ik zag dat er vieze dekens op een hoop in de tuin waren gelegd.
Ik zag dat er onder het bed verschillende hopen drollen lagen. Ik zag dat er op het bed een natte vlek urine zat. Ik zag dat er in de keuken boodschappentassen stonden met vuilnis. Ik zag dat de keuken erg vies was. Ik zag bruine substantie op het gasfornuis en de keukenkastjes. Ik zag een bord en pannen met restanten eten. Ik zag veel vliegen rondom het bord en de pannen. Ik zag dat in de tuin overal ontlasting lag. Ik zag dat er een waterbak stond met water en groenalg erin. Ik zag dat deze waterbak zwaar vervuild was.
Feit 6
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb een weekend Duinrell gekocht via Marktplaats voor 225 euro op 12 juli 2022.
De verkoper zou de ticket versturen via de e-mail. Maar elke keer kwam de verkoper met een smoes ‘we zijn weg’, ‘ik ben aan het koken’. En vandaag belde ik mevrouw en hing ze gelijk op. Belde een minuut later weer krijg ik meteen voicemail. Daarna belde ik onbekend en dan gaat de telefoon gewoon over. Dus mevrouw heeft mij meteen geblokkeerd.
Heeft de verkoper iets geleverd? Nee.
Heeft u de verkoper betaald voor het product of een aanbetaling gedaan? Ja het volledige bedrag van 225 euro.
Verkoper
Telefoon: [telefoonnummer]
Voornamen: [valse naam] En [valse naam]
Achternaam: [verdachte]
Straat: [straat]
Huisnummer: [huisnummer]
Postcode: [postcode]
Plaatsnaam: [woonplaats]
Land: NEDERLAND
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte] .
Een geschrift van Ministry of Justice and Security, te weten Result of Bank Data Retrieval Portal request, opgemaakt door [verbalisant 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Type of product: Payment account
IBAN: [rekeningnummer]
Account holder(s), natural person
Initials: [initiaal]
First name: [verdachte]
Last name: [verdachte]
Date of birth: [1962]
Active client (on 28-6-2023): Yes
Home address:
City: [woonplaats]
Street name: [straat]
House number: [huisnummer]
Postal Code: [postcode]
Country: Nederland.
Feit 7
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb zelf geld overgemaakt voor een weekend weg naar Slagharen.
De kaartjes zouden gemaild worden, maar ik heb niets ontvangen.
Het geld is overgemaakt op naam van [verdachte] , [rekeningnummer] . De verkoper gebruikte het adres [adres] te [woonplaats] .
Gebruikte de verkoper een naam? Ja, [valse naam] .
Advertentienummer: Advertentie verwijderd.
Het contact was via Marktplaats.
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling? 125,00
Datum betaling: 27-12-2022.
Een geschrift, te weten een rekeningafschrift van betaalrekening [rekeningnummer] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum afschrift: 30-12-2022
Boekdatum (rentedatum): 27-12
SEPA Overboeking
IBAN: [rekeningnummer]
BIC: INGBNL2A
Naam: [verdachte]
Omschrijving: Overnachting Slagharen
Bedrag af (debet) 125,00.
Een geschrift van Ministry of Justice and Security, te weten Result of Bank Data Retrieval Portal request, opgemaakt door [verbalisant 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Type of product: Payment account
IBAN: [rekeningnummer]
Account holder(s), natural person
Initials: [initiaal]
First name: [verdachte]
Last name: [verdachte]
Date of birth: [1962]
Active client (on 28-6-2023): Yes
Home address:
City: [woonplaats]
Street name: [straat]
House number: [initiaal]
Postal Code: [postcode]
Country: Nederland.
Feit 8
Een proces-verbaal van aangifte van [aangever] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 22 mei 2023 heb ik via Marktplaats een weekend weg (27-30 mei 2023) overgenomen in een tent van Eurocamp. Na betaling niks ontvangen. Geen enkele reactie meer. Contact gehad met Eurocamp. Mevrouw heeft na mijn betaling haar profielnaam op Marktplaats veranderd van [valse naam] naar [valse naam] (kleine letters).
Het weekend is op 24 mei door mevrouw omgeboekt naar 16 juni, aldus Eurocamp.
Verkoper
Voornamen: [valse naam] of [valse naam]
Achternaam: [verdachte]
Adres:
Plaatsnaam: [woonplaats]
Land: NEDERLAND
Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer]
Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 125,00
Datum betaling: 22-05-2023.
Een geschrift van Ministry of Justice and Security, te weten Result of Bank Data Retrieval Portal request, opgemaakt door [verbalisant 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Type of product: Payment account
IBAN: [rekeningnummer]
Account holder(s), natural person
Initials: [initiaal]
First name: [verdachte]
Last name: [verdachte]
Date of birth: [1962]
Active client (on 28-6-2023): Yes
Home address:
City: [woonplaats]
Street name: [straat]
House number: [huisnummer]
Postal Code: [postcode]
Country: Nederland.
Feit 1
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik woon in [woonplaats] . Ik heb een probleem met onze overbuurvrouw [verdachte] . Zij woont op het adres [adres] in [woonplaats] .
Op 19 juli 2024 zat ik voor onze woning op een bankje. Ik hoorde [verdachte] direct naar mij schreeuwen: “Je staat op mijn dodenlijstje, ik snijd je keel door.” Ik zag dat [verdachte] mij strak aankeek.
Op 24 juli 2024 zat ik buiten in onze voortuin. Ik zag dat [verdachte] mij aankeek en riep: “Je kop gaat er toch wel af”.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 19 juli 2024 was ik thuis in mijn woning aan de [adres] in [woonplaats] en ik hoorde opeens geschreeuw: “Ik maak jou af.” Ik herkende de stem van [verdachte] die dit zei.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 24 juli 2024 zaten wij in de tuin voor de woning van mevrouw [slachtoffer] in [woonplaats] . Ik hoorde mevrouw [verdachte] schreeuwen: “Je kop gaat eraf!”
Deze bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarover deze gaan.
4.3.2Bewijsoverwegingen
Overwegingen ten aanzien van feit 2
De rechtbank oordeelt dat bewezen is dat verdachte de nodige verzorging aan haar honden heeft onthouden in de zin van artikel 2.2, achtste lid van de Wet dieren door de vacht, nagels en tanden van deze dieren niet te verzorgen en één of meerdere van deze dieren niet, niet tijdig of niet conform het advies van een dierenarts te laten behandelen en vaccineren door een dierenarts. Bij sommige dieren was sprake van een combinatie van deze omstandigheden.
Partiele vrijspraak – verzorging van de ogen
Niet kan worden bewezen dat verdachte ook de nodige verzorging aan de dieren heeft onthouden als het gaat om de ogen van de honden. Uit de medische verklaringen van de dierenarts volgt dat de stoornis in de traanafvoer die bij enkele honden is vastgesteld, het gevolg kan zijn van een ontsteking van de traanbuis of van een aangeboren afwijking. De precieze oorzaak hiervan is echter niet vast te stellen en het kan volgens de dierenarts zo zijn dat de slechte traanafvoer moeilijk of niet te verhelpen is. Omdat op basis van deze gegevens niet kan worden vastgesteld dat het onthouden van de nodige zorg de oorzaak is van de problemen met de ogen van de honden zal de rechtbank verdachte van dit deel van de tenlastelegging vrijspreken.
Overwegingen ten aanzien van feit 3
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat zij haar honden meer dan één nestje per 12 maanden liet krijgen. Vervolgens handelde zij bedrijfsmatig in de puppy’s die uit de nestjes geboren werden. Ze verkocht deze puppy’s immers via advertenties op Marktplaats aan anderen dan aan familie of vrienden. Dit deed zij om extra inkomsten te verwerven. Ze heeft hiervoor geen erkend bewijs van vakbekwaamheid, zo heeft ze zelf ter terechtzitting verklaard. Ook heeft zij van haar bedrijfsmatige activiteiten geen melding gemaakt bij de bevoegde instantie zoals wel vereist is op grond van artikel 3.8 Besluit houders van dieren.
Gelet op deze omstandigheden vindt de rechtbank bewezen dat verdachte – kort gezegd – honden heeft gefokt en verkocht, in een niet aangemelde inrichting zonder dat zij daarvoor een bewijs van vakbekwaamheid had.
De rechtbank oordeelt dat ook is bewezen dat verdachte van deze handelingen een gewoonte heeft gemaakt. Zij ziet daarvoor voldoende concrete feiten en omstandigheden. Uit informatie van de dierenarts blijkt dat de hondjes Pientje en Baby in 2021 allebei twee nestjes hebben gehad. Pientje had ook al in 2019 en 2020 binnen een jaar twee nestjes. In 2022 zijn er door verdachte bij de dierenarts eveneens 2 nestjes aangebracht (zonder moeder). Verdachte heeft verklaard dat ze de puppy’s heeft verkocht en dat ze dit via Marktplaats deed. Uit het dossier is de rechtbank gebleken dat verdachte (in elk geval) in 2023 meerdere advertenties heeft geplaatst op Marktplaats voor de verkoop van puppy’s, waarin door haar bedragen variërend tussen de 500 en 800 euro per puppy werden gevraagd. Hieruit kan worden afgeleid dat het fokken gedurende een periode van meerdere jaren structureel plaatsvond en dat verdachte de puppy’s ook structureel verhandelde.
Overwegingen ten aanzien van feit 4
Het wettelijk kader
Op grond van artikel 3.12, eerste lid, van het Besluit houders van dieren dient een houder van een gezelschapsdier zijn dier(en) te houden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt volgens lid 2 van dit artikel tenminste in dat het gezelschapsdier over voldoende bewegingsruimte beschikt en dat het gezelschapsdier zo nodig bescherming wordt geboden tegen gezondheidsrisico’s. Deze bepaling verplicht de houder niet slechts tot het voorzien in de primaire levensbehoeften van het dier, maar ook tot het bieden van een leefomgeving waarin het dier vrij kan bewegen en beschermd is tegen gezondheidsrisico’s.
Situatie in de woning en tuin
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de woning en de tuin van verdachte op meerdere plaatsen ernstig vervuild waren. De door de verbalisanten gemaakte foto’s bevestigen de beschrijvingen van de verbalisanten die ter plaatste zijn geweest. De rechtbank merkt op dat de honden van verdachte voortdurend verbleven in deze woning en tuin en geen toegang hadden tot een andere en/of schonere leefruimte.
De rechtbank overweegt dat onder artikel 3.12 van het Besluit houders van dieren mede moet worden begrepen dat een dier vrij moet kunnen liggen en zich moet kunnen verplaatsen binnen de voor hem beschikbare leefruimte. Een omgeving waarin uitwerpselen, vuilnis en andere obstakels deze natuurlijke gedragingen verhinderen, voldoet niet aan de voornoemde bepaling. Eveneens impliceert het artikel de neergelegde verplichting, dat een dier niet mag worden blootgesteld aan omstandigheden die een aantoonbaar risico vormen voor zijn gezondheid. De aanwezigheid van urine, ontlasting, verontreinigd voedsel en vuile materialen vormen een direct gezondheidsrisico voor de dieren, onder andere door mogelijke besmetting met bacteriën en het ontbreken van een schone plaats waar de dieren kunnen rusten.
Het standpunt van de raadsman dat uit artikel 3.12 van het Besluit houders van dieren niet volgt dat dieren in een schoon huis moeten worden gehouden, miskent dat de wet expliciet eist dat de leefruimte ‘de nodige bescherming biedt tegen gezondheidsrisico’s’ en dat dieren ‘voldoende bewegingsvrijheid’ moeten hebben. De houder van een gezelschapsdier moet hiervoor zorgen. De rechtbank stelt gelet op het voorgaande vast dat in het onderhavige geval sprake is geweest van zodanige vervuiling en verwaarlozing van de leefomgeving, dat dit strijd oplevert met artikel 3.12 van het Besluit houders van dieren.
Partiele vrijspraak – rol gaas
Anders dan de officier van justitie oordeelt de rechtbank dat het onderdeel van de tenlastelegging ‘waar deze honden werden blootgesteld aan de scherpe randen van een rol gaas’ niet kan worden bewezen. De rechtbank is het eens met de raadsman, dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat de rol gaas scherpe randen had, waaraan de honden zich konden verwonden. Daarbij komt dat op de foto’s die zich in het dossier bevinden is te zien dat het gaas opgerold was weggestopt naast een tuinbank en zich dus niet in de vrije bewegingsruimte van de honden bevond.
Conclusie
Gelet op bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte haar honden heeft gehouden in een sterk vervuilde woonkamer en tuin. Daarmee heeft verdachte als houder van de honden niet voldaan aan de verplichtingen voortvloeiende uit artikel 3.12 van het Besluit houders van dieren.
Overwegingen ten aanzien van de feiten 6, 7 en 8
Oplichting
Voor een bewezenverklaring van oplichting dient vastgesteld te worden dat verdachte gebruik heeft gemaakt van één of meer van de in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht genoemde oplichtingsmiddelen.
Eén van die oplichtingsmiddelen is het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid. Bij dat oplichtingsmiddel gaat het er in de kern om dat het handelen van verdachte ertoe kan leiden dat bij de ander een onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen met betrekking tot de persoon van de verdachte, hetzij wat betreft zijn naam, hetzij wat betreft diens hoedanigheid, waarbij deze onjuiste voorstelling in het leven wordt geroepen om daar misbruik van te maken.
Gelet op hiervoor genoemde bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat verdachte gebruik heeft gemaakt van valse namen en een valse hoedanigheid. Verdachte heeft immers op Marktplaats advertenties voor diverse ‘weekenden weg’ geplaatst, zonder daarbij haar werkelijke naam te vermelden. Zij heeft in alle drie de gevallen een niet haar eigen naam gebruikt. Daarbij heeft verdachte haar valse naam in de advertentie waar [aangever] op heeft gereageerd na ontvangst van de betaling veranderd van [valse naam] naar, opnieuw een valse naam, [valse naam] .
Verdachte heeft zich voorgedaan als bonafide verkoper, en heeft de indruk dat zij een bonafide verkoper was versterkt, door met aangevers in gesprek te treden over onder meer de wijze van betaling en de verzending van de tickets. De aangevers moesten eerst het overeengekomen geldbedrag overmaken naar een door verdachte opgegeven bankrekeningnummer. Bij alle aangevers zouden de tickets na betaling per mail worden verstuurd.
Met [benadeelde 1] is er overleg geweest over de te betalen prijs, waarna het overeengekomen bedrag is gestort. In het geval van Cairo heeft verdachte aangegeven geen internetbankieren te hebben, waarna aangeefster het bedrag zelf heeft overgemaakt. Met [aangever] heeft verdachte ook overlegd over de wijze van betaling, waarna aangeefster het bedrag via een overschrijving aan verdachte heeft betaald.
Door dit berichtenverkeer heeft verdachte ook de indruk versterkt dat zij daadwerkelijk over de aangeboden goederen beschikte. Daarmee heeft verdachte naast het gebruiken van een valse naam, haar valse hoedanigheid als bonafide verkoper kracht bijgezet door het vertrouwen te wekken dat na betaling van een overeengekomen prijs het betreffende goed daadwerkelijk zou worden verzonden.
Door de combinatie van bovengenoemde gedragingen heeft verdachte de aangevers bewogen tot de afgifte van een geldbedrag. Verdachte heeft in geen van de gevallen aan haar leveringsverplichting voldaan en daarmee zelf wederrechtelijk voordeel genoten uit de door aangevers afgegeven geldbedragen.
Dat haar oogmerk hierop was gericht vindt bevestiging in het volgende.
Op het moment dat [benadeelde 1] verzocht om levering van het door hem reeds betaalde ticket, heeft verdachte aan hem een kennelijk valse reden opgegeven waarom zij het ticket nog niet geleverd had. [benadeelde 1] heeft verdachte vervolgens geprobeerd te bellen, waarna zij meteen ophing en zijn nummer vervolgens zelfs heeft geblokkeerd. In het geval van [aangever] heeft verdachte een dag voor de boeking, het weekend Eurocamp dat [aangever] van haar gekocht meende te hebben omgeboekt naar een andere datum. Op grond van deze omstandigheden vindt de rechtbank aannemelijk dat verdachte niet voornemens was om de tickets daadwerkelijk te versturen. Uiteindelijk heeft de verdachte niet meer gereageerd op de aanmaningen van de kopers en zijn de goederen aan geen van hen geleverd, terwijl daarvoor wel was betaald.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat alle slachtoffers uiteindelijk ofwel hun tickets, ofwel hun geld (terug) hebben gekregen. Deze verklaring vindt de rechtbank, mede gelet op de (zeer) wisselende verklaringen van verdachte op dit punt, niet geloofwaardig. De rechtbank ziet in het dossier ook geen enkele steun voor dit standpunt en zal hieraan voorbijgaan.
Conclusie
Het hiervoor omschreven gedrag van verdachte levert de onder 6, 7 en 8 ten laste gelegde oplichting in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht op. Dit brengt mee dat de rechtbank voor deze feiten komt tot de na te melden bewezenverklaring.
Overwegingen ten aanzien van feit 1
Bedreiging
De rechtbank is op basis van de eerdergenoemde bewijsmiddelen en het behandelde ter terechtzitting van oordeel dat verdachte [slachtoffer] op 19 juli 2024 en 24 juli 2024 heeft bedreigd. Dat aangeefster zich ook daadwerkelijk bedreigd heeft gevoeld, blijkt uit de aangifte.
De raadsman heeft aangevoerd dat de aangifte is gedaan in het kader van een vooropgezet plan van de omwonenden om verdachte haar huis uit te krijgen en dat verdachte zelf ook bedreigd is door de aangeefster. De rechtbank vindt hiervoor geen steun in het dossier.