In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 4 juli 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank had eerder, op 2 april 2024, een beroep van eiseres gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen zes weken een besluit op bezwaar te nemen. Echter, op 14 mei 2024 was deze termijn verstreken zonder dat verweerder een besluit had genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder nog steeds geen besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twintig weken na verzending van de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, en het betaalde griffierecht moet ook worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn op 6 februari 2025.