Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
2.Waar de zaak over gaat
3.De beoordeling
terzake de eis als in mijn exploot van dagvaarding nader omschreven”. Daarmee is strikt genomen niet voldaan aan de vereiste in artikel 61 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) om een uittreksel van de dagvaarding openbaar bekend te maken. In de advertentie had ten minste moeten staan wat het doel van het exploot was, in dit geval: ontruiming van het gekraakte pand. De voorzieningenrechter verbindt geen gevolgen aan dit gebrek omdat de krakers tijdig op de hoogte waren van de inhoud van de dagvaarding. De krakers zijn in ieder geval vanaf 23 mei 2025 bijgestaan door een advocaat, namelijk mr. M.F. van Hulst. Hij heeft onder meer namens de krakers (summier) inhoudelijk gereageerd op de sommatiebrief van 21 mei 2025 die is verstuurd namens [eisende partij] , en heeft verhinderdata opgegeven voor de mondelinge behandeling, waarmee bij het bepalen van de datum ook rekening is gehouden. Ook na de dagvaarding is er nog contact geweest tussen de advocaten waarbij mr. Van Hulst heeft aangekondigd dat de krakers niet op de mondelinge behandeling zouden verschijnen. De krakers zijn dan ook niet onredelijk benadeeld doordat het doel van het exploot niet voldoende duidelijk in de advertentie was vermeld. Dat gebrek leidt dan ook niet tot nietigheid van de dagvaarding [2] en de voorzieningenrechter verleent verstek aan de krakers.