ECLI:NL:RBMNE:2025:3633
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoek om herbeoordeling van WIA
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 4 juli 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het niet tijdig beslissen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op haar verzoek om herbeoordeling van de WIA. Eiseres had op 27 september 2022 een aanvraag ingediend, maar het Uwv heeft niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twee weken na de ingebrekestelling, die op 17 mei 2023 was ontvangen, een beslissing genomen. Eiseres heeft op 22 mei 2025 beroep ingesteld omdat er nog steeds geen besluit was genomen.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv in gebreke is gebleven en dat er aanleiding is om een termijn van vier maanden vast te stellen voor het nemen van een beslissing. Dit is gebaseerd op artikel 8:55d van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij de rechtbank rekening houdt met de achterstanden bij het Uwv door een tekort aan verzekeringsartsen. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast wordt het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 453,50 aan eiseres en het griffierecht van € 385,-.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is en dat het Uwv binnen vier maanden na verzending van de uitspraak een beslissing moet nemen op het verzoek van eiseres. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.