ECLI:NL:RBMNE:2025:3490
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Op 19 juni 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. I.P.J.F. van Oijen, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 3 september 2024. De rechtbank oordeelde dat het bestuursorgaan niet binnen de wettelijke termijn had beslist en dat eiseres eerst een ingebrekestelling had moeten sturen. De rechtbank stelde vast dat verweerder de ingebrekestelling op 14 maart 2025 had ontvangen en sindsdien twee weken waren verstreken zonder dat er een beslissing was genomen. De rechtbank bepaalde dat verweerder alsnog binnen twee maanden na de uitspraak een beslissing moest nemen en legde een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast werd het beroep gegrond verklaard en werd verweerder veroordeeld tot betaling van € 453,50 aan proceskosten en het griffierecht van € 53,- aan eiseres. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.