ECLI:NL:RBMNE:2025:3487
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Op 19 juni 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Adecco HR Solutions B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser, vertegenwoordigd door mr. H.E. Wonnink, had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 11 november 2022. De rechtbank oordeelde dat verweerder te laat was met het nemen van een beslissing op het bezwaar, wat ook door verweerder zelf werd erkend in zijn verweerschrift van 16 mei 2025. De rechtbank stelde vast dat de ingebrekestelling op 17 februari 2025 was ontvangen en dat sindsdien twee weken waren verstreken zonder dat er een besluit was genomen.
De rechtbank besloot dat verweerder alsnog binnen een termijn van vier maanden na verzending van de uitspraak een beslissing moest nemen. Dit was gebaseerd op artikel 8:55d van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de rechtbank in bijzondere gevallen een andere termijn kan vaststellen. In dit geval werd de termijn vastgesteld op vier maanden, rekening houdend met de omstandigheden die verweerder had genoemd, zoals een tekort aan verzekeringsartsen. Tevens werd bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moest betalen voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en oordeelde dat verweerder ook de proceskosten van € 453,50 aan eiser moest vergoeden, evenals het griffierecht van € 385,-. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.