ECLI:NL:RBMNE:2025:3480
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoek om herbeoordeling door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Op 19 juni 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiseres] B.V., vertegenwoordigd door mr. F. Bovenberg, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om herbeoordeling van mevrouw [A]. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de ingebrekestelling op 30 maart 2023 heeft ontvangen, maar dat er sindsdien geen beslissing is genomen. Eiseres heeft overtuigend aangetoond dat zij regelmatig contact heeft onderhouden met verweerder en dat zij verweerder bewust meer tijd heeft gegeven om op het verzoek te beslissen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een onredelijk laat ingesteld beroep.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen vier maanden na verzending van de uitspraak alsnog een beslissing te nemen op het verzoek van eiseres. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 453,50, en het griffierecht van € 385,- moet door verweerder aan eiseres worden betaald. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd.