Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
vernietigthet ter openbare zitting van deze rechtbank van 17 juni 2025 uitgesproken vonnis waarbij
[handelsnaam 1]en
[handelsnaam 2],
Rechtbank Midden-Nederland
Op 8 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van de besloten vennootschap [geopposeerde] B.V. die in verzet was gekomen tegen een faillissementsvonnis dat op 17 juni 2025 was uitgesproken. De rechtbank had [geopposeerde] B.V. failliet verklaard op verzoek van [opposante] B.V., die op 14 april 2025 het verzoekschrift tot faillietverklaring had ingediend. Tijdens de behandeling van het verzet op 7 juli 2025, werd duidelijk dat [geopposeerde] B.V. binnen de wettelijke termijn van veertien dagen in verzet was gekomen en dus ontvankelijk was in haar verzet. De advocaat van [geopposeerde], mr. D.A. van Poorten, voerde aan dat de vordering van [opposante] was voldaan, waardoor er geen grond meer was voor het faillissement. De rechtbank oordeelde dat, volgens een uitspraak van de Hoge Raad, het faillissement moest worden vernietigd als de vordering van de aanvrager was voldaan. De rechtbank erkende de nadelige gevolgen van deze beslissing voor de schuldeisers, maar was gebonden aan de wet. De kosten van het faillissement werden vastgesteld op € 5.500,00, die ten laste van [geopposeerde] B.V. kwamen.