Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de (ex-)huurster, [eiseres], de terugbetaling van de waarborgsom van € 669,00 die zij aan de (ex-)verhuurder, [gedaagde], heeft betaald. De verhuurder weigert deze terugbetaling en stelt dat hij de vordering kan verrekenen met een contractuele boete. Daarnaast vordert de verhuurder in reconventie betaling van het restantbedrag van de boete en een verbod op belastering en bedreiging door de huurster. De kantonrechter oordeelt dat de contractuele boete niet verrekend kan worden met de waarborgsom op basis van artikel 7:261b BW, en dat de boete niet verbeurd is omdat niet is aangetoond dat de huurster de huurovereenkomst heeft geschonden. De verhuurder heeft ook onvoldoende bewijs geleverd voor zijn vordering tot verbod op belastering en bedreiging. De vorderingen in reconventie worden afgewezen, terwijl de vordering van de huurster in conventie wordt toegewezen. De kantonrechter bepaalt dat de verhuurder de waarborgsom moet terugbetalen en ook buitengerechtelijke incassokosten moet vergoeden. De proceskosten worden toegewezen aan de huurster, terwijl de verhuurder de kosten in reconventie moet dragen.