Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van aangever [aangever 1] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van verhoor getuige, houdende de verklaring van [getuige] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van aangever [aangever 2] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 11 juni 2025, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJEN
11.VORDERING TENUITVOERLEGGING
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
13.BESLISSING
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde algemene of bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;
voorwaardengelden dat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 (vijftig) dagen hechtenis;
- wijst de vordering van [aangever 1] toe tot een bedrag van € 588,99, bestaande uit € 338,99 materiële schade en € 250,- immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 1] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 september 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft de gevorderde kosten betreffende de olievlekken op de jas niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt de verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 1] aan de Staat € 588,99 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 september 2024 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 11 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [aangever 2] toe tot een bedrag van € 175,-, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 2] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 september 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt de verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 2] aan de Staat € 175,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 september 2024 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter van de Rechtbank Den Haag, locatie ’s-Gravenhage, bij vonnis van 24 oktober 2023 opgelegde voorwaardelijke