Op 19 juni 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Gooise Meren. De eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 74,50, opgelegd op 7 augustus 2023. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond op 25 augustus 2023, waarna de eiser beroep instelde. Tijdens de zitting op 8 mei 2025 was de eiser niet aanwezig, maar de heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
De naheffingsaanslag was opgelegd omdat de auto van de eiser op 8 juli 2023 geparkeerd stond zonder dat de verschuldigde parkeerbelasting was betaald. De eiser stelde dat hij bezig was met onmiddellijk laden en lossen, wat een uitzondering op de parkeerbelasting zou zijn. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat hij daadwerkelijk aan het laden en lossen was. De parkeercontroleurs hadden geen laad- of losactiviteiten waargenomen en de rechtbank vond de argumenten van de eiser onvoldoende om aan te nemen dat hij niet in overtreding was.
De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar terecht de naheffingsaanslag had opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. De eiser kreeg geen terugbetaling van het griffierecht en geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 19 juni 2025.